Op 19 juni 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 12 januari 2024 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in eerste aanleg was veroordeeld, maar het hof heeft het vonnis vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf. Het hof heeft in plaats daarvan een taakstraf van 60 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is er een hechtenis van 30 dagen opgelegd, met de mogelijkheid dat een deel van de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per dag in voorarrest. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd, met inachtneming van de overwegingen in de uitspraak.