Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Vonnis waarvan beroep
Overwegingen
tussende dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend en de dag ter terechtzitting. Uit artikel 130 Sv volgt dat daaronder vrije dagen wordt verstaan.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 4 mei 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1985, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarbij hij bij verstek was veroordeeld tot een geldboete van € 800,00, met een voorwaardelijke straf van 16 dagen hechtenis. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend, aangezien er slechts twee dagen waren verstreken tussen de betekening van de dagvaarding op 1 mei 2023 en de zitting op 4 mei 2023, terwijl de wet een termijn van ten minste drie dagen voorschrijft. Dit verzuim heeft geleid tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling, waarbij het hof geen aanleiding zag om de zaak naar een andere rechtbank te verwijzen. De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging in overweging hebben genomen.