In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 19 april 2023. De verdachte, geboren in 1994 en thans gedetineerd, was in eerste aanleg vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde maatregel. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een ISD-maatregel van twee jaar, maar het hof heeft deze maatregel beperkt tot één jaar. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan bedreiging met zware mishandeling, waarbij hij dreigende woorden had geuit tegen een winkelmedewerker. Het hof heeft de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, evenals de noodzaak van de ISD-maatregel voor de veiligheid van de maatschappij en de preventie van recidive. De verdachte heeft geen verblijfstitel in Nederland en heeft aangegeven niet gemotiveerd te zijn om terug te keren naar zijn land van herkomst, Somalië. Het hof heeft besloten dat de ISD-maatregel voor ongewenste vreemdelingen het meest passend is, met als doel repatriëring. De duur van de maatregel is vastgesteld op één jaar, met een tussentijdse toetsing na zes maanden.