ECLI:NL:GHAMS:2024:652

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
14 maart 2024
Zaaknummer
23-001637-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake fietsendiefstallen en heling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 23 mei 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1990, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor meerdere fietsendiefstallen en heling. De tenlastelegging omvatte diefstal van fietsdisplays en elektrische fietsen in de periode van januari tot en met februari 2023, gepleegd in Heemstede en Haarlem. Tijdens de zitting op 27 februari 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem tenlastegelegde feiten, waarbij hij zich toegang tot de plaatsen van de misdrijven heeft verschaft door middel van braak.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld. De bewezenverklaring omvatte diefstal, meermalen gepleegd, en schuldheling. De verdachte is strafbaar verklaard en er is een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, die voorwaardelijk is, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast is een taakstraf van 120 uur opgelegd, subsidiair 60 dagen hechtenis. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn motivatie voor rehabilitatie en de positieve ontwikkeling in zijn leven.

De vorderingen van de benadeelde partijen zijn deels toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen voor de geleden materiële schade. De vordering van de benadeelde partij Politie Noord-Holland is eveneens toegewezen. Het hof heeft de wettelijke rente vastgesteld voor de schadevergoedingen en de duur van gijzeling bepaald voor het geval de verdachte niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001637-23
datum uitspraak: 12 maart 2024
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2023 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 15-046694-23 en 15-048594-23 en 15-077854-23 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1990,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 februari 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 15-046694-23:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari tot en met 10 februari 2023 te Heemstede en/of Haarlem, althans in Nederland, meerdere fiets displays en/of een slijptol, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of [slachtoffer03] en/of [slachtoffer04] (fiets displays) en/of [slachtoffer05] (slijptol), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 19 januari 2023 tot en met 27 januari 2023 te Heemstede, althans in Nederland, (elektrische) fietsen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer06] en/of [slachtoffer07] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen (elektrische) fietsen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
Zaak met parketnummer 15-048594-23 (gevoegd):
1.
Hij, in of omstreeks de periode van 16 februari tot en met 17 februari 2023 te Heemstede en Haarlem
- een fiets (merk: Super73g), toebehorende aan [slachtoffer08] ;
- een fiets (merk: Himo), toebehorende aan [slachtoffer09] ;
- een fiets (merk: Batavus), toebehorende aan Politie Noord-Holland;
in elk geval enig goed, dat in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 17 februari 2023 te Heemstede, een fiets (merk: Victoria), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Zaak met parketnummer 15-077854-23 (gevoegd):
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2023 tot en met 25 februari 2023 te Heemstede een fiets (een zogenaamde Fatbike welke stond gestald op/bij het NS-station Heemstede), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer10] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
1. subsidiair
hij op of omstreeks 25 februari 2023 te Heemstede, een fiets (een zogenaamde Fatbike), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 15-046694-23:
1.
hij in de periode van 1 februari tot en met 10 februari 2023 te Heemstede en Haarlem meerdere fiets displays en een slijptol die aan [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en [slachtoffer03] en [slachtoffer04] (fiets displays) en [slachtoffer05] (slijptol) toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij in de periode van 19 januari 2023 tot en met 27 januari 2023 te Heemstede elektrische fietsen die aan [slachtoffer06] en aan een ander toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich die weg te nemen elektrische fietsen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Zaak met parketnummer 15-048594-23 (gevoegd):
1.
hij in de periode van 16 februari tot en met 17 februari 2023 te Heemstede en Haarlem
- een fiets (merk: Super73g), toebehorende aan [slachtoffer08] ;
- een fiets (merk: Himo), toebehorende aan [slachtoffer09] ;
- een fiets (merk: Batavus), toebehorende aan Politie Noord-Holland;
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 17 februari 2023 te Heemstede, een fiets (merk: Victoria) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Zaak met parketnummer 15-077854-23 (gevoegd):
1. primair
hij in de periode van 24 februari 2023 tot en met 25 februari 2023 te Heemstede een fiets (een zogenaamde Fatbike welke stond gestald op het NS-station Heemstede) die aan [slachtoffer10] , toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 bewezenverklaarde levert telkens op:
diefstal, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
schuldheling.
Het in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest en een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
De raadsman heeft verzocht om de verdachte in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een taakstraf en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aanzienlijke hoeveelheid diefstallen van fietsen, fietsdisplays en een slijptol. Ook heeft hij zich schuldig gemaakt aan heling van een fiets. Dergelijke feiten zorgen voor veel hinder, zoals ook ter terechtzitting in hoger beroep is toegelicht door aangeefster [aangeefster]. Dat de verdachte alleen oog heeft gehad voor zijn eigen (financiële) gewin en met zijn handelen volledig voorbij is gegaan aan de financiële schade en de gevolgen die dergelijke feiten hebben voor de betrokkenen, rekent het hof de verdachte aan.
Het hof heeft gelet op de straf die in soortgelijke gevallen pleegt te worden opgelegd en die zijn weerslag heeft gevonden in de Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarin wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand genoemd voor de veelvuldige recidive van fietsendiefstal. In een beginsel is onvoorwaardelijke gevangenisstraf ook in deze zaak op zijn plaats.
Het hof heeft acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 februari 2024 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke feiten, anders dan in een ver verleden door de kinderrechter. Dit werkt derhalve niet strafverzwarend.
Verder overweegt het hof in strafverminderende zin dat er sprake lijkt van een ommekeer in het leven van de verdachte. Hij heeft een (begeleide) woonplek en wil zich vrijwillig laten behandelen nadat hij klinisch is opgenomen om van zijn GHB verslaving af te komen. Een en ander is gestaafd met correspondentie van zijn begeleider, die ter zitting in hoger beroep de positieve ontwikkeling en oprechte motivatie van de verdachte heeft bevestigd en toegelicht. Ook heeft de verdachte een uitkering aangevraagd en is bewindvoering opgestart. De oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze gunstige ontwikkelingen doorkruisen.
Hoewel de door de politierechter opgelegde straf in beginsel passend is, zal het hof, gelet op de huidige persoonlijke omstandigheden van verdachte, volstaan met een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende acht het hof de oplegging van een taakstraf van 120 uur subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaren passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer06]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 698,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De vordering van de benadeelde partij is niet door de verdediging betwist, voldoende onderbouwd en komt niet ongegrond voor. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer09]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 545,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere bewijslevering zou betekenen dat de behandeling van de strafzaak moet worden aangehouden. De benadeelde partij kan daarom thans in de vordering niet worden ontvangen en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

Vordering van de benadeelde partij Politie Noord Holland

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 40,90. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De vordering van de benadeelde partij is niet door de verdediging betwist, voldoende onderbouwd en komt niet ongegrond voor. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Het hof zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen op de hierna te noemen wijze om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 57, 310, 311 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 15-077854-23 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer11] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK Accu (goednummer: 1458397, Bosch).
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer06]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer06] ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 698,00 (zeshonderdachtennegentig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer06] , ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-046694-23 onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 698,00 (zeshonderdachtennegentig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 13 (dertien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 27 januari 2023.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer09]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer09] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij Politie Noord Holland
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Politie Noord Holland ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 40,90 (veertig euro en negentig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Politie Noord Holland, ter zake van het in de zaak met parketnummer 15-048594-23 onder 1 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 40,90 (veertig euro en negentig cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 1 (één) dag. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 17 februari 2023.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. C.J. van der Wilt en mr. G.J.M. Kruizinga, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten en mr. R.J.C. Wegerif, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 maart 2024.
=========================================================================
[…]
[…]