Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.De klacht
5.Beoordeling
- de aan [naam 3] gezonden offerte betrof een prijsopgaaf met wat algemene vragen. In deze offerte stonden geen persoonlijke gegevens van klager en geen door klager aan kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] toevertrouwde informatie. Deze informatie in de offerte valt dus niet onder de geheimhoudingsplicht;
- kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] heeft in september 2023 de conceptakte met daarin vermeld het appartement te Amsterdam niet rechtstreeks aan [naam 3] gestuurd, maar alleen aan klager en de ex-echtgenote. Klager heeft de stelling van kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] dat de conceptakte via de ex-echtgenote bij [naam 3] terecht is gekomen, niet weersproken. Ook hiermee heeft kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] haar geheimhoudingsplicht dus niet geschonden;
- dat kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] als behandelaar van het dossier niet aanwezig was bij het passeren van de akten, is in de notarispraktijk niet ongebruikelijk en klager had op basis van eerder verzonden concepten ervan op de hoogte kunnen zijn dat kandidaat-notaris [geïntimeerde 1] niet de passerend notaris zou zijn.
- niet is komen vast te staan of kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] aan klager heeft meegedeeld dat en waarom de gemachtigde van de ex-echtgenote niet bij het passeren aanwezig kon zijn. Ook als dat niet gebeurd zou zijn, is dit niet klachtwaardig;
- op de hypotheekakte stond een tijdstip vermeld van 16:07 uur, zodat de kamer ervan uit is gegaan dat kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] de akte van verdeling daarvoor heeft gepasseerd, omdat de bespreking omstreeks 16:00 uur begon, de totale duur van de bespreking maximaal tien minuten in beslag heeft genomen en alleen de zakelijke inhoud van de akten met klager was doorgenomen;
- bovendien was de volgorde van passeren niet klachtwaardig, aangezien het om het moment van inschrijving van de akten in de openbare registers gaat.
- kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] heeft in strijd gehandeld met artikel 43 lid 4 Wna, in welk artikel staat dat een akte door ieder der verschijnende personen onmiddellijk na voorlezing wordt ondertekend en dat daarna de notaris de akte tekent;
- voorts heeft zij in strijd gehandeld met het bepaalde in artikel 40 lid 3 Wna, op grond waarvan een notaris in een akte – indien daartoe de verplichting bestaat – het tijdstip van passeren opneemt voordat hij de akte ondertekent;
- ter zitting bij de kamer heeft kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] verklaard dat zij, zonder aanwezigheid van de gemachtigde van de ex-echtgenote, na klager de akte van verdeling heeft ondertekend. Pas nadat klager was vertrokken, heeft de gemachtigde de akte van verdeling getekend en is door deze gemachtigde het (bovendien onjuiste) tijdstip van passeren, namelijk 15:50 uur, in de akte gezet.
- voorafgaand aan het passeren van de akten heeft de notaris klager er meerdere malen op gewezen dat indien hij niet tevreden was het hem vrijstond over te stappen naar een ander notariskantoor, maar dat heeft klager niet gedaan;
- de notaris heeft in diverse e-mailberichten uitgebreid getracht klager de gang van zaken voor en tijdens het passeren van de akten toe te lichten en zijn vragen te beantwoorden;
- ook heeft zij op zeer korte termijn een bespreking geregeld, die uiteindelijk zonder resultaat bleef;
- dat de notaris zich solidair heeft opgesteld met beide kandidaat-notarissen is niet klachtwaardig.
- door het tuchtrechtelijk laakbaar handelen en nalaten van kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] is het vertrouwen in het notariaat geschonden en heeft zij de eer en het aanzien van het notariaat geschaad;
- door haar ruime ervaring als kandidaat-notaris had zij moeten weten wat de gevolgen van haar handelen konden zijn;
- het handelen heeft door een samenloop van omstandigheden plaatsgevonden;
- niet is gebleken dat dit vaker gebeurd is en evenmin is gebleken dat kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] bewust bekwaam frauduleus zou hebben gehandeld;
- aan kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] is nooit eerder een maatregel opgelegd.
Uitgangspunten proceskostenveroordeling in hoger beroep’ (te raadplegen op de website van dit hof). Nu het hoger beroep van klager leidt tot oplegging van dezelfde maatregel aan kandidaat-notaris [geïntimeerde 2] , ziet het hof – overeenkomstig de uitgangspunten – af van een kostenveroordeling in hoger beroep; de door de kamer uitgesproken kostenveroordeling blijft in stand.