ECLI:NL:GHAMS:2025:1171

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
23-002321-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep ex artikel 416 lid 2 Sv

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 15 december 2023. De verdachte, geboren in 1974 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 15 april 2025 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

De raadsman van de verdachte heeft op 14 april 2025 per e-mail aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Dit betekent dat de verdachte geacht wordt de eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis in te trekken. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek van de zaak.

Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de voorzitter niet in staat was het arrest mede te ondertekenen. De uitspraak is gedaan tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002321-24
datum uitspraak: 15 april 2025
Arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, nevenvestigingsplaats Amsterdam, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 15 december 2023 in de strafzaak onder parketnummer 16-324222-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1974,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 april 2025.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot het niet-ontvankelijk verklaren van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens een e-mail van de raadsman van 14 april 2025 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. van der Heijden, mr. C.P.E.M. Fonteijn-van der Meulen en mr. A.H. Tiemens, in tegenwoordigheid van mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 april 2025.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.