Uitspraak
1.mr. [notaris 1] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Beschrijving samenstelling en omvang nalatenschap en vaststelling legitieme porties”, de akte boedelbeschrijving nalatenschap van erflater van 16 januari 1985 (gepasseerd door een andere notaris) en de akte aanvulling scheiding en deling van 11 december 2014 (gepasseerd door weer een andere notaris; hierna: de akte van 11 december 2014).
De toegevoegd notaris heeft, onder meer, aan de advocaat van klaagster geschreven: “
Tot 1 januari 2001 was de Wet Inkomstenbelasting 1964 van kracht. Tot die tijd werd alleen gerekend met enkelvoudige rentes, juist ook om te voorkomen dat er over de (niet opeisbare) vorderingen van de kinderen inkomstenbelasting verschuldigd zou zijn.(..) In de akte van 2014 heeft men een rente aangehouden van 5%, enkelvoudige rente. In de akte is ook een onderscheid gemaakt tussen de rente tot 1 januari 2001 en de rente vanaf 1 januari 2001, zoals ook met de uitbetaalde bedragen (in ieder geval met de uitbetaling aan de twee zonen ter gelegenheid van de ondertekening van de akte) rekening is gehouden met de betreffende periodes. (..) Gezien al het vorenstaande komt het de executeur logisch voor dat de executeur bij de berekening van de legitieme porties uit gaat van de vordering uit de nalatenschap van vader voor ieder van de kinderen zoals opgenomen in de akte van 2014; gerekend dus met enkelvoudige rente.(..)De berekening van de legitieme porties is op dit moment nog niet definitief te maken, niet alleen omdat uw cliënte een ander standpunt heeft over haar vordering uit de nalatenschap van vader (ten opzichte van de akte uit 2014), maar ook omdat uw cliënte nog niet heeft opgegeven welke schenkingen zij heeft ontvangen vóór januari 2016. Die opgave is van belang voor vaststelling van de legitimaire massa (..).”
Mevrouw[naam klaagster]
(..) heeft zich blijkens diverse brieven gericht aan de executeur, op het standpunt gesteld (kort samengevat) dat wat haar betreft de akte van 11 december 2014 op onjuiste wijze tot stand is gekomen alsmede dat over de periode vanaf datum overlijden van de erflater tot en met datum uitbetaling van de schuld, door de erflaatster een samengestelde rente verschuldigd is over de schuld zoals deze is ontstaan ter gelegenheid van het overlijden van de erflater.(..)”
- dat de akte van 11 december 2014 nietig is, althans dient te worden vernietigd, althans niet kan worden gebruikt door de executeur voor de bepaling van de omvang van de nalatenschappen van erflaters (vader en moeder) en eveneens niet kan worden gebruikt voor de daaruit voortvloeiende berekening betreffende de vorderingen van klaagster op de nalatenschap van erflater en, vervolgens niet kan worden gebruikt voor de berekening van de legitieme portie met betrekking tot de nalatenschap van erflaatster;
- dat klaagster recht heeft op een bedrag zoals door erflater in zijn testament van 22 september 1977 is genoemd, althans is bedoeld, vermeerderd met de door de executeur te berekenen samengestelde rente, waarna de executeur dient te berekenen wat de legitieme portie van klaagster in de nalatenschap van erflaatster is.
De vordering in reconventie van klaagster (en haar broers) heeft de rechtbank afgewezen. Ten aanzien van de akte van 11 december 2014 overwoog de rechtbank: “
De rechtbank ziet niet in welk belang[naam klaagster]
heeft bij de door haar gevorderde verklaring voor recht. Niet is komen vast te staan dat de akte uit 2014 enige wijziging heeft gebracht in haar aanspraken uit hoofde van de nalatenschap van vader en/of moeder, noch wat de hoofdsom betreft noch de rente.”
Beschrijving samenstelling en omvang nalatenschap en vaststelling legitieme porties” gepasseerd.
4.De klacht
5.Beoordeling
cliënt portalgeplaatst. Klaagster heeft de akte op 21 augustus 2021 gedownload. Ook hebben de notarissen de akte van 16 januari 1985 bij hun brief van 28 december 2021 gevoegd.