ECLI:NL:GHAMS:2025:1299

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 mei 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
200.347.594/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek van de ondernemingsraad tot intrekking van het besluit van Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. inzake reorganisatie en vervallen arbeidsplaatsen

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ondernemingsraad van Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. en de bedrijven zelf. De ondernemingsraad had op 1 november 2024 een verzoek ingediend tegen een besluit van Micro Focus van 7 oktober 2024, waarbij twaalf arbeidsplaatsen zouden vervallen als gevolg van een reorganisatie. De ondernemingsraad stelde dat Micro Focus niet in redelijkheid tot dit besluit had kunnen komen en verzocht om het besluit in te trekken en niet uit te voeren. Micro Focus voerde aan dat het advies van de ondernemingsraad niet tijdig was gevraagd en dat de ondernemingsraad geen wezenlijke invloed had kunnen uitoefenen op het besluit. De Ondernemingskamer oordeelde dat Micro Focus bij de afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit had kunnen komen. De Ondernemingskamer stelde vast dat het besluit een adviesplichtig besluit was in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en dat de ondernemingsraad niet tijdig was geraadpleegd. De Ondernemingskamer heeft Micro Focus opgedragen het besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken, en verbiedt uitvoering te geven aan het besluit. De uitspraak benadrukt het belang van de medezeggenschap en de verplichting van werkgevers om de ondernemingsraad tijdig en volledig te informeren over voorgenomen besluiten die de werknemers aangaan.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.347.594/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 20 mei 2025
inzake
DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAPPEN MET BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID MICRO FOCUS NEDERLAND B.V. EN MICRO FOCUS B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. A.A.W. Terpstra, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MICRO FOCUS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MICRO FOCUS B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. G.A. Tsirisen
mr. W. Schilstra, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Hierna zal verzoeker (ook) worden aangeduid als de ondernemingsraad en verweersters gezamenlijk als Micro Focus.

1.Het verloop van het geding

1.1
De ondernemingsraad heeft bij verzoekschrift van 1 november 2024 bij de Ondernemingskamer beroep ingesteld tegen het besluit van Micro Focus van 7 oktober 2024 met betrekking tot de reorganisatie van Micro Focus en het vervallen van twaalf arbeidsplaatsen (hierna: het besluit) en de Ondernemingskamer verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
a) te oordelen dat Micro Focus bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen;
b) te gebieden dat Micro Focus het besluit intrekt; en,
c) te gebieden dat Micro Focus het besluit niet uitvoert en al uitgevoerde stappen ongedaan maakt.
1.2
Micro Focus heeft bij verweerschrift van 16 januari 2025 primair geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het verzoek, subsidiair tot afwijzing van de verzochte voorzieningen als vermeld in 1.1 onder b en c en, meer subsidiair, tot afwijzing van de verzochte voorziening als bedoeld in 1.1 onder c, voor zover daarmee reeds met (ex-)medewerkers gesloten overeenkomsten aangetast zouden worden.
1.3
Het verzoek zou aanvankelijk worden behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 februari 2025, maar op die dag hebben partijen de Ondernemingskamer eenstemmig verzocht de procedure aan te houden. Na aanhouding hebben partijen alsnog verzocht om een mondelinge behandeling. Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 6 maart 2025. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van partijen toegelicht aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.De vaststaande feiten

2.1
Micro Focus B.V. en Micro Focus Nederland B.V. zijn Nederlandse werkmaatschappijen van een internationaal opererende leverancier van bedrijfssoftware. Micro Focus B.V. en Micro Focus Nederland B.V. hebben dezelfde bestuurder, [bestuurder] , en één gezamenlijke ondernemingsraad. In 2023 is Micro Focus door een overname onderdeel geworden van het wereldwijd opererende OpenText-concern . Het OpenText-concern is genoteerd aan de Nasdaq en wordt aangestuurd vanuit Canada. Bij het OpenText-concern werken, na de overname, circa 24.500 personen verspreid over 60 kantoren wereldwijd. In Nederland werken (circa) 76 personen bij Micro Focus.
2.2
Binnen Micro Focus was vanaf 1 november 2020 een sociaal plan van toepassing. Dit sociaal plan liep aanvankelijk af per 31 oktober 2023 en is toen verlengd tot en met 30 juni 2024.
2.3
Tijdens een overlegvergadering tussen de ondernemingsraad en de bestuurder van Micro Focus op 11 juni 2024 is de mogelijke inkrimping van de organisatie van Micro Focus ter sprake gekomen. [bestuurder] heeft daarbij kenbaar gemaakt niet bekend te zijn met aanstaande reducties in arbeidsplaatsen.
2.4
Op 1 juli 2024 heeft Micro Focus met elf van haar medewerkers gesprekken gevoerd over het beëindigen van hun arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden door middel van een vaststellingsovereenkomst. De ondernemingsraad heeft op die dag van de afdeling HR vernomen dat Micro Focus voornemens was om aan twaalf medewerkers een vaststellingsovereenkomst aan te bieden omdat hun functie zou komen te vervallen. De ondernemingsraad heeft direct daarna aan Micro Focus laten weten dat hij advies wil uitbrengen over dit (voorgenomen) besluit.
2.5
De CEO van het OpenText-concern heeft op 3 juli 2024 in een e-mail aan alle medewerkers een
Business Optimization Plan(hierna: het BOP) voor het gehele concern aangekondigd voor fiscaal jaar 2025. Onderdeel van het BOP is het wereldwijd vervallen van 1.200 functies en het creëren van 800 nieuwe functies.
2.6
Op 17 juli 2024 zijn de ondernemingsraad en Micro Focus overeengekomen dat de beëindigingsgesprekken met de betreffende medewerkers per direct werden gepauzeerd vanwege het overleg met de ondernemingsraad. Micro Focus heeft die medewerkers hierover geïnformeerd per e-mail.
2.7
De ondernemingsraad heeft op 19 juli 2024 een adviesaanvraag ontvangen van Micro Focus met betrekking tot het voorgenomen besluit om twaalf arbeidsplaatsen te laten vervallen bij Micro Focus als gevolg van het BOP. In de adviesaanvraag staat dat de Cyber Enterprise-afdeling wereldwijd wordt gereorganiseerd vanwege tegenvallende resultaten. Dit heeft tot gevolg dat er 105 functies wereldwijd in die afdeling zullen vervallen, waarvan drie functies bij Micro Focus. De overige negen te schrappen functies bij Micro Focus vallen onder andere afdelingen. De adviesaanvraag vermeldt de twaalf functies die Micro Focus wil laten vervallen en voegt daaraan toe dat de bijbehorende taken en verantwoordelijkheden niet verdeeld zullen worden over andere functies binnen Micro Focus.
2.8
De adviesaanvraag vermeldt het resultaat voor boekjaar 2022/2023 en de prognose voor boekjaar 2023/2024 van de Cyber Enterprise-afdeling op wereldwijd, Europees en portfolio niveau. Als beweegredenen voor het voorgenomen besluit vermeldt de adviesaanvraag verder:

1.1 The Company is part of the Open Text Corporation group (OT). On 3 July 2024, the OT CEO updated all employees working for the group on the plans for Fiscal Year 2025. As part of this, the OT Business Optimization Plan was announced to support Open Text 3.0.
1.2
In completing the OpenText 3.0, OT realized that they needed to optimize their business. In Fiscal Year 2025, OT intends to deliver across all the business lines, innovate, and deliver margin expansion. OT is planning on implementing a workforce optimization to support the strategic objectives and to set the company up for long term success. The Business Optimization Plan emphasizes on focus, simplification, and operational efficiency. The intention is to build a stronger and leaner organization to accelerate business growth. To achieve these goals, OT will fully leverage their centers of excellence in Canada, India, the Philippines and Romania (CoE) to create more centralized teams.
1.3
OT is planning on consolidating some teams and facilities into the CoEs, insourcing more work previously conducted by contractors, and proposed eliminating certain roles to support its scaled go-to market. The leadership teams have been asked to continuously evaluate every element of their business to ensure OT has the right roles in the right locations, supporting the goal of having a resilient organization that can innovate, support customers, and grow successfully in the long run. OT considers these changes are necessary to ensure it thrives as an organization.
1.4
As part of the OT Business Optimization Plan, the Company is also forced to critically review the organization and its set up. After all, the Company must structure its organization in such a way as to ensure its long-term existence. As a result, the Company proposed to make some organizational changes which will also have personnel consequences in the form of redundancies (the Proposed Restructuring). This has been elaborated on below.
Other impacted departments[dan
Cyber Enterprise, toevoeging OK]
are CDO, CMO, Enterprise Sales, Customer Succes, Sales Operations and CFO. The Business rationale for these departments vary from elimination of roles to do the work with less resources, job automation to centralizing the work in CoEs.
This will build resiliency into the operating model of the organization to ensure the company is positioned to innovate, support customers, and continue growing successfully in the long run. The plan is to fully leverage the CoEs to create more centralized teams, and an organization with less layers and stronger team dynamic.
With reshaping the organization, the organization aims to achieve reduced communication lines, get closer to decision makers, and become more agile.
2.9
De adviesaanvraag vermeldt verder het voornemen om de twaalf boventallige medewerkers een vergoeding aan te bieden van 1,25 keer de wettelijke transitievergoeding, de wettelijke opzegtermijn in acht te nemen en het over het lopende jaar opgebouwde vakantiegeld en de vakantiedagen uit te betalen.
2.1
Naar aanleiding van de adviesaanvraag heeft de ondernemingsraad op 26 juli 2024 schriftelijke vragen gesteld aan Micro Focus. Deze vragen hebben met name betrekking op een verduidelijking van de bedrijfseconomische redenen van het besluit en de personele gevolgen. Wat betreft de bedrijfseconomische redenen heeft de ondernemingsraad onder meer gevraagd naar (1) verduidelijking van de “business redenen” voor het vervallen van de functies van de andere afdelingen dan Cyber Enterprise, (2) naar de “match” tussen de business redenen in paragraaf 1.5 van de adviesaanvraag en de twaalf te schrappen functies, (3) de relatie tussen het vervallen van die functies en de lokale resultaten in Nederland en (4) de wijze waarop na het vervallen van de functies de resultaten in Nederland weer op peil moeten komen. De ondernemingsraad en Micro Focus hebben op 6 augustus 2024 een overlegvergadering gehad om de gestelde vragen te beantwoorden. In de notulen van de vergadering van 6 augustus 2024 is naar aanleiding van deze vier vragen het volgende opgenomen:
“(…) [OK: lid van de ondernemingsraad]
: zie niets terug gerelateerd aan Cyber resultaten.[OK: bestuurder]
: aandelenkoers behoorlijk achteruit, er moeten kosten worden bespaard.
(…)
Hoe relateren deze rollen zich aan de lokale resultaten in Nederland?
[OK: bestuurder]
: lastig te beantwoorden. We zijn onderdeel van het grote geheel en elk team is anders ingedeeld.
Hoe wordt er zorg voor gedragen dat na het vervallen van deze rollen de resultaten in Nederland weer op peil komen?
[OK: bestuurder]
: verantwoordelijkheid van de business units, kan daar generiek niets over zeggen.
2.11
Vervolgens heeft Micro Focus op 8 augustus 2024 een aanvullende, schriftelijke reactie aan de ondernemingsraad gestuurd. Hierin is onder meer opgenomen:

De Ondernemingsraad heeft gevraagd[n]
aar de financiële cijfers om de rationale te onderbouwen. De bestuurder heeft aangegeven dat de rationale gebaseerd is op wereldwijde impact op omzet en dit niet terug te brengen is naar lokale resultaten.
2.12
Op 16 augustus 2024 heeft naar aanleiding van de adviesaanvraag een tweede overlegvergadering plaatsgevonden tussen de ondernemingsraad en Micro Focus. Hierin is met name gesproken over de voorwaarden van de beëindigingsovereenkomsten die Micro Focus aan de betreffende medewerkers wilde aanbieden. Micro Focus stelde voor – na hiertoe door de ondernemingsraad te zijn aangespoord – de eerder genoemde vermenigvuldigingsfactor voor de transitievergoeding te verhogen naar 1,5, gedurende maximaal drie maanden de kosten te dragen voor een
outplacement-traject, gemaakte opleidingskosten kwijt te schelden, juridische kosten te vergoeden tot een maximum van € 750 en het overeengekomen concurrentiebeding niet van toepassing te verklaren. Naar aanleiding van deze overlegvergadering heeft Micro Focus op 19 augustus 2024 per e-mail voorbeeldberekeningen gedeeld met de ondernemingsraad. In reactie hierop heeft de ondernemingsraad op 22 augustus 2024 laten weten zich te kunnen vinden in het aangeboden beëindigingspakket met uitzondering van de gebruikte vermenigvuldigingsfactor. De ondernemingsraad heeft uitgebreid uiteengezet waarom zij meent dat die vermenigvuldigingsfactor te laag is. Op 27 en 28 augustus 2024 heeft Micro Focus meegedeeld de vermenigvuldigingsfactor niet te verhogen, maar medewerkers wel de mogelijkheid te willen geven een extra maandsalaris te ontvangen als zij voor 30 september 2024 de beëindigingsovereenkomst ondertekenen.
2.13
Op 2 september 2024 heeft de ondernemingsraad een negatief advies uitgebracht in reactie op de adviesaanvraag van 17 juli 2024. In een overlegvergadering op 10 september 2024 heeft Micro Focus aangekondigd met een inhoudelijke reactie op het negatieve advies te zullen komen. Micro Focus heeft op 16 september 2024 laten weten verder in gesprek te willen met de ondernemingsraad over het negatieve advies. In een overlegvergadering op 2 oktober 2024 is aanvullende informatie met de ondernemingsraad gedeeld over de financiële en bedrijfseconomische redenen van het voorgenomen besluit. In de vooraf verspreide documentatie is onder andere het volgende opgenomen:
“Director, Customer Success +
Global elimination of Vertica CSM team. This work will be decommissioned. Role is unique (Team of 4 under Director – all roles eliminated)
Sr. Partner Accountmanager
Unique role that is eliminated as a consequence of objective to reduce channel roles within Cybersecurity
Sr. Manager, Partner Accountmanagement
Unique role that is eliminated due to entire MSSP team is eliminated globally including the Manager role for the team, which is this role.
Sr. Manager, Data & Analytics
Unique role that is part of the Strategy and Engagement team. This pillar will be eliminated. The work will be absorbed by our Data Science and AI Team that is currently based in Canada.
Sr. Strategic Alliance Manager
Elimination of role due to reduced support for the GSIs. Unique role.
Lead Solutions Consultant
This role is moving to Sweden to support 2 local AEs in Sweden and changed to lower level P2/P3 role.(…)
Lead Revenue Operations Analyst
Role is unique. Ops resource for ART business (software product subscription attach/LS); run rate 1.2 to 2M annual revenue stream that we don’t sell, ambiguous business, no budget tied to it, dissipating business – role nog longer required. Small part of work will remain and be consumed within function (another team) outside of Netherlands.
Manager, Channel Marketing
Unique role that is eliminated due to consolidation of team. This role came over from Sales ops to the Partner org back in March/April and it is proposed to consolidate the operations team and therefore this role is proposed to be redundant.
Principal Revenue Operations Analyst
Sales Operations is planning on consolidating some teams into key center of excellence (Romania, Bulgaria, Philippines) resulting in the elimination of the role of Principal Revenue Operations Analyst in the Netherlands (the only role in the Netherlands, unique role, so no team efficiencies and collaboration). About 40% cost saving on salary of moving role to CoE countries, see also breakdown of other cost saving of having role in Romania vs. Netherlands.
Sr. Account Executive
Unique role. Not enough pipeline for role to be located in Netherlands. Role is eliminated from Netherlands and moved to Belgium.“
2.14
De ondernemingsraad is bij zijn negatieve advies gebleven en heeft dat op 4 oktober 2024 aan Micro Focus laten weten. Micro Focus heeft op 7 oktober 2024 het in deze procedure bestreden besluit genomen in afwijking van het advies van de ondernemingsraad en dit medegedeeld aan de ondernemingsraad. In het bericht aan de ondernemingsraad is Micro Focus gemotiveerd ingegaan op het negatieve advies.

3.De gronden van de beslissing

3.1
De ondernemingsraad heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat Micro Focus bij afweging van alle betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit van 7 oktober 2024. Hij heeft daartoe – samengevat – het volgende aangevoerd:
a) Micro Focus ontkent ten onrechte dat het (voorgenomen) besluit om beëindigingsovereenkomsten aan medewerkers aan te bieden een adviesplichtig besluit is.
b) Het advies van de ondernemingsraad kon niet meer van wezenlijke invloed zijn op het te nemen besluit gelet op het verloop van het adviestraject; het advies is te laat gevraagd en aan verschillende medewerkers waren al beëindigingsovereenkomsten aangeboden voordat advies was gevraagd.
c) De personele gevolgen worden niet passend opgevangen omdat het oude sociaal plan was afgelopen en er geen nieuwe sociaal plan is voorgelegd.
d) De ondernemingsraad heeft onvoldoende informatie gekregen over de beweegredenen van het voorgenomen besluit om deugdelijk te kunnen adviseren en het besluit is niet voldoende onderbouwd.
3.2
Micro Focus heeft gemotiveerd verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal dit verweer voor zover nodig hierna beoordelen.
3.3
De Ondernemingskamer is van oordeel dat Micro Focus bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit van 7 oktober 2024 heeft kunnen komen. De Ondernemingskamer overweegt daartoe als volgt.
Verplichting om advies te vragen voor het besluit
3.4
De Ondernemingskamer stelt voorop dat sprake is van een adviesplichtig besluit in de zin van artikel 25 Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Dit brengt mee dat de ondernemingsraad terecht in de gelegenheid is gesteld om daarover zijn advies uit te brengen en dit ook heeft gedaan.
Wezenlijke invloed op het besluit
3.5
De ondernemingsraad stelt zich op het standpunt dat het advies niet tijdig is gevraagd en dat al uitvoering was gegeven aan het besluit door Micro Focus doordat zij verschillende medewerkers beëindigingsovereenkomsten heeft aangeboden vóór de adviesaanvraag. Daarmee kon het advies niet meer van wezenlijke invloed zijn op het te nemen besluit. Micro Focus is van mening dat de ondernemingsraad wel wezenlijke invloed kon uitoefenen op het besluit. De ondernemingsraad is in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen en er hebben verschillende overlegvergaderingen hebben plaatsgevonden, de vragen van de ondernemingsraad zijn beantwoord en deze zijn ook in detail besproken. Ook zijn er alternatieven onderzocht met betrekking tot de opvang van de personele gevolgen en heeft Micro Focus aangepaste, verbeterde beëindigingsvoorwaarden voorgesteld. Bovendien heeft Micro Focus ingestemd met de door de ondernemingsraad gestelde (en door Micro Focus gerespecteerde) voorwaarde dat de onderhandelingen over de beëindigingsovereenkomsten gepauzeerd zouden worden tot het adviestraject was afgerond. Door deze afspraak is een streep gezet onder het (vanuit medezeggenschapsoogpunt gebrekkige) voortraject en kan de ondernemingsraad niet op basis van dat voortraject alsnog betogen dat te laat advies is gevraagd , aldus steeds Micro Focus.
3.6
In artikel 25 lid 2 WOR is bepaald dat het advies van de ondernemingsraad op een zodanig tijdstip moet worden gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. De Ondernemingskamer stelt vast dat vanaf 1 juli 2024 door Micro Focus beëindigingsgesprekken zijn gevoerd met medewerkers wier functies zouden komen te vervallen als gevolg van het voorgenomen besluit. Daarmee werd in feite al uitvoering gegeven aan het besluit voordat de ondernemingsraad in de gelegenheid was geweest om daarover te adviseren. Nadat de ondernemingsraad daartegen bezwaar had gemaakt zijn partijen overeengekomen dat de beëindigingsgesprekken zouden worden stilgelegd en dat de ondernemingsraad alsnog in de gelegenheid zou worden gesteld om te adviseren voordat (verder) uitvoering zou worden gegeven aan het voorgenomen besluit.
3.7
Het enkele feit dat de ondernemingsraad alsnog in de gelegenheid is gesteld om advies uit te brengen betekent op zichzelf niet dat dit advies nog van wezenlijke invloed kon zijn op het te nemen besluit. Omgekeerd brengt de omstandigheid dat voorafgaand aan de adviesaanvraag al beëindigingsgesprekken met medewerkers zijn gevoerd niet mee dat al bij voorbaat vaststond dat het advies van de ondernemingsraad niet meer van wezenlijke invloed kon zijn op het te nemen besluit. Micro Focus en de ondernemingsraad zijn op 17 juli 2024 overeengekomen dat alsnog een adviestraject zou worden gevolgd en dat de lopende onderhandelingen met de betrokken medewerkers gedurende het adviestraject zouden worden gestaakt. Het vanaf dat moment gevolgde adviestraject zal op zijn eigen merites moeten worden beoordeeld, waarbij ook de tussen de ondernemingsraad en Micro Focus gemaakte afspraak in aanmerking moet worden genomen.
3.8
Micro Focus heeft de met de ondernemingsraad gemaakte afspraak gedeeld met de betreffende medewerkers (zie 2.6). Ter terechtzitting heeft de ondernemingsraad gesteld dat ondanks deze afspraak de gesprekken (gedeeltelijk) zouden zijn voortgezet. Micro Focus heeft dat betwist, met dien verstande dat in één enkel geval de gesprekken zijn voortgezet op expliciet verzoek van de betreffende medewerker. De ondernemingsraad heeft dat laatste niet meer bestreden, zodat de Ondernemingskamer er van uit gaat dat Micro Focus zich aan (de geest van) de gemaakte afspraak heeft gehouden.
3.9
De ondernemingsraad is om advies gevraagd op 19 juli 2024 en heeft zijn advies op 2 september 2024 uitgebracht. Het besluit is genomen op 7 oktober 2024. Vanaf de adviesaanvraag tot aan het nemen van het besluit is het voorgenomen besluit besproken op vier overlegvergaderingen met (onder anderen) de bestuurder van Micro Focus. Ook heeft Micro Focus op vier verschillende momenten schriftelijk gereageerd op vragen van de ondernemingsraad, de laatste keer op 2 oktober 2024.
3.1
Zoals blijkt uit het verloop van de discussie tussen de ondernemingsraad en Micro Focus (2.9 en 2.12) zijn de beëindigingsvoorwaarden ten opzichte van de adviesaanvraag op belangrijke aspecten aangepast in het voordeel van de werknemers, waarmee Micro Focus de ondernemingsraad deels in zijn wensen tegemoet is gekomen. Zo is de vermenigvuldigingsfactor verhoogd, zijn de opleidingskosten kwijtgescholden, is er een vergoeding voor juridische bijstand gekomen, is het concurrentiebeding niet van toepassing verklaard en heeft Micro Focus de kosten voor een
outplacement-traject voor haar rekening genomen.
3.11
De Ondernemingskamer onderschrijft het standpunt van de ondernemingsraad dat hij om advies had moeten worden gevraagd voordat een begin werd gemaakt met de uitvoering van het voorgenomen besluit. Desondanks kan in het licht van de nadien tussen partijen gemaakte afspraken en de wijze waarop het advies- en besluitvormingstraject vervolgens is verlopen niet worden aangenomen dat het advies op een zodanig tijdstip is gevraagd dat het niet meer van wezenlijke invloed kon zijn op het te nemen besluit en dat Micro Focus om die reden niet in redelijkheid niet tot het bestreden besluit heeft kunnen komen.
Opvang personele gevolgen en toepasselijkheid sociaal plan
3.12
De ondernemingsraad legt aan zijn beroep mede ten grondslag dat met de door Micro Focus voorgestelde maatregelen de personele gevolgen van het besluit niet voldoende worden opgevangen. De ondernemingsraad verwijt Micro Focus in dat verband dat zij direct na het aflopen van het bestaande sociaal plan op 30 juni 2024, met de beëindigingsgesprekken is gestart terwijl de voorgenomen reorganisatie volgens de ondernemingsraad al vóór 1 juli 2024 binnen Micro Focus bekend moet zijn geweest. Verder wijst de ondernemingsraad er op dat bij de beëindiging van één van de in de adviesaanvraag opgenomen te vervallen functies de voorwaarden van het oude sociaal plan wel zijn toegepast.
3.13
Micro Focus bestrijdt dat zij al vóór 1 juli 2024 bekend was met de voorgenomen reorganisatie en zij meent dat de personele gevolgen passend zijn opgevangen door het aangeboden pakket aan beëindigingsvoorwaarden. Er was vanaf 1 juli 2024 geen sociaal plan meer van toepassing en voor Micro Focus gold er ook geen verplichting om een nieuw sociaal plan overeen te komen voor de periode nadien. Verder stelt zij dat het toeval is dat de beëindigingsgesprekken één dag na het aflopen van het sociaal plan zijn gestart. In de adviesaanvraag is per ongeluk één functie meegenomen die al vóór 1 juli 2024 was komen te vervallen. Daarop was het tot 30 juni 2024 geldende sociaal plan nog van toepassing en dat is om die reden voor die functie ook toegepast. Dit betekent echter niet dat het ook voor de overige door het besluit getroffen functies zou moeten gelden.
3.14
De Ondernemingskamer heeft niet kunnen vaststellen dat bij Micro Focus al vóór 1 juli 2024 het voornemen bestond om te komen tot een reorganisatie waarbij twaalf arbeidsplaatsen zouden komen te vervallen en in het verlengde daarvan dat Micro Focus opzettelijk heeft gewacht met de reorganisatie tot het moment waarop het oude sociaal plan daarop niet meer van toepassing zou zijn. De start van de beëindigingsgesprekken was volgens Micro Focus het gevolg van de aankondiging van het BOP en de in dat kader voorgenomen ontslagen door de mondiale CEO waarmee Micro Focus op 1 juli 2024 – de start van het nieuwe boekjaar – bekend werd. Desgevraagd ter zitting heeft bestuurder [bestuurder] nog eens uitdrukkelijk ontkend dat de voorgenomen reorganisatie binnen Micro Focus al vóór 1 juli 2024 bekend was. De Ondernemingskamer begrijpt dat het samenvallen van de start van de beëindigingsgesprekken met de einddatum van het bestaande sociaal plan bepaald opmerkelijk is en daarom aanleiding kan geven te vermoeden dat sprake is van opzet. De Ondernemingskamer heeft echter geen concrete aanwijzingen dat Micro Focus al voor 1 juli 2024 het voornemen had om de twaalf functies binnen haar organisatie te laten vervallen bij de implementatie van het BOP voor het gehele OpenText-concern. De aankondiging van het BOP viel samen met het nieuwe boekjaar en had betrekking op het gehele OpenText-concern. De mededeling van de reorganisatie aan alle medewerkers heeft plaatsgevonden op 3 juli 2024. Niet aannemelijk is dat het aflopen van het sociaal plan bij Micro Focus van wezenlijke invloed is geweest op de timing van deze aankondiging, omdat bij Micro Focus in Nederland slechts 76 personen werkzaam waren van het totale aantal van 24.500 bij het gehele OpenText-concern en bij Micro Focus uiteindelijk slechts twaalf functies vervielen bij de uitvoering van het BOP ten opzichte van 1200 functies wereldwijd. Onder deze omstandigheden kan niet worden aangenomen dat Micro Focus opzettelijk met de beëindigingsgesprekken is gestart op de dag na het aflopen van het bestaande sociaal plan op 30 juni 2024.
3.15
Tussen partijen is niet in geschil dat het bestaande sociaal plan van Micro Focus laatstelijk tot 30 juni 2024 was verlengd. In de overlegvergadering van 11 juni 2024 is gesproken over een mogelijke verlenging maar een daartoe strekkend besluit is niet genomen, zodat het sociaal plan per 30 juni 2024 afliep. Micro Focus was ook niet verplicht om een nieuw sociaal plan op te stellen. In de adviesaanvraag, in de overlegvergaderingen met de ondernemingsraad en in het besluit is Micro Focus gemotiveerd ingegaan op de beëindigingsvoorwaarden die zij aan de betreffende medewerkers wilde aanbieden en de reden waarom deze afwijken van het oude sociaal plan. Zo heeft Micro Focus toegelicht dat het oude sociaal plan (i) uitzonderlijk voordelig was voor de werknemers, (ii) was opgesteld in de periode voor de overname door OpenText in 2023 en (iii) niet in overeenstemming is met de gebruikelijke voorwaarden in de branche waarin het OpenText-concern opereert. Ook heeft Micro Focus de aangeboden beëindigingsvoorwaarden naar aanleiding van de kritiek van de ondernemingsraad in de loop van het adviestraject ten gunste van de medewerkers bijgesteld als hiervoor vermeld. Weliswaar was met één medewerker van wie de functie door het besluit is vervallen voor 1 juli 2024 al een beëindigingsovereenkomst gesloten waarop het sociaal plan nog wel van toepassing was, maar dat dwong Micro Focus niet tot toepassing van het oude sociaal plan op het vertrek van de overige elf medewerkers die door het besluit overtollig werden. Tegen deze achtergrond brengt de omstandigheid dat Micro Focus er niet voor heeft gekozen om het oude sociaal plan nog van toepassing te laten zijn op de medewerkers van wie de functie door het besluit zou vervallen, niet mee dat Micro Focus bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Micro Focus heeft het besluit op dit punt voldoende onderbouwd en de bezwaren van de ondernemingsraad zijn serieus genomen en kenbaar meegewogen in de besluitvorming. Deze grond faalt dus.
Informatievoorziening tijdens het adviestraject en onderbouwing van het besluit
3.16
De Ondernemingskamer stelt voorop dat Micro Focus primair verantwoordelijk is voor een goed verloop van het medezeggenschapstraject. Zij dient daarover helder en eenduidig te communiceren met de ondernemingsraad. De ondernemingsraad moet worden voorzien van alle inlichtingen en gegevens die redelijkerwijs nodig zijn voor een behoorlijke vervulling van zijn taak. Micro Focus moet verder bij het vragen van het advies een overzicht verstrekken van de beweegredenen van het voorgenomen besluit, van de personele gevolgen en van de in dat kader te treffen maatregelen. Indien het advies van de ondernemingsraad niet wordt gevolgd, wordt aan de ondernemingsraad meegedeeld waarom van het advies is afgeweken. Deze motiveringsplicht brengt mee dat Micro Focus uitdrukkelijk moet ingaan op de door de ondernemingsraad in zijn advies aangedragen argumenten om inzichtelijk te maken op welke wijze hij bij de besluitvorming de betrokken gerechtvaardigde belangen tegen elkaar heeft afgewogen.
3.17
In deze zaak doet zich de omstandigheid voor dat Micro Focus deel uitmaakt van een wereldwijd opererend concern. Het besluit om het BOP te implementeren is genomen op het niveau van de wereldwijde directie en maakt onderdeel uit van de internationale strategie van het OpenText-concern. Aannemelijk is dat de invloed van Micro Focus op die beslissing niet groot is geweest. Micro Focus heeft wel beslisruimte met betrekking tot het in het verlengde daarvan liggende besluit om specifieke arbeidsplaatsen in Nederland te laten vervallen. Bij het voorbereiden en nemen van dat besluit dient Micro Focus de belangen van Micro Focus zelfstandig te beoordelen en af te wegen tegen het concernbelang en moet zij aan de ondernemingsraad inzicht geven in die belangenafweging. Bij die belangenafweging legt de concernstrategie gewicht in de schaal, maar niet per definitie een doorslaggevend gewicht. Een andere opvatting, die erop neerkomt dat Micro Focus een in het concern op hoger niveau genomen besluit slechts heeft uit te voeren, zou op onaanvaardbare wijze afbreuk doen aan het wettelijk stelsel van medezeggenschap.
3.18
In de adviesaanvraag gaat Micro Focus in op het BOP en de tegenvallende resultaten van de wereldwijde
Cyber Enterprise-afdeling. Micro Focus licht toe wat wordt beoogd met het BOP vanuit een mondiaal perspectief en de financiële gegevens die worden verstrekt zijn geconsolideerde totaalcijfers op wereldwijd, Europees of portfolio niveau. Daarmee is het overzicht van de beweegredenen voor het (voorgenomen) besluit in feite beperkt gebleven tot een verwijzing naar en toelichting op het op concernniveau genomen besluit het BOP te implementeren. Naar aanleiding van de adviesaanvraag heeft de ondernemingsraad dan ook terecht aanvullende vragen gesteld als vermeld in 2.10 (hiervoor), die Micro Focus uitnodigden om onderbouwd, mede aan de hand van financiële stukken, toe te lichten hoe zij de belangen van haar Nederlandse onderneming zelfstandig heeft beoordeeld en heeft afgewogen tegen het concernbelang bij het voorgenomen besluit om in de Nederlandse onderneming twaalf functies te laten vervallen. Micro Focus is op deze vragen niet of nauwelijks ingegaan; niet op de overlegvergadering van 6 augustus 2024, niet in de schriftelijke reactie van 8 augustus 2024 en ook niet daarna. Micro Focus kon op vragen naar de betekenis van het voorgenomen besluit voor de Nederlandse situatie niet volstaan met de antwoorden dat dat “lastig te beantwoorden is”, Micro Focus nu eenmaal “onderdeel van het grote geheel” vormt of dat de zorg voor het weer op peil brengen van de resultaten in Nederland na het vervallen van de functies een “verantwoordelijkheid van de
business units”is en dat daar “generiek niets over [te] zeggen” valt (vgl. 2.10 en 2.11, hiervoor). De aanvullende informatie over de beweegredenen voor het laten vervallen van de specifieke functies die is gegeven nadat de ondernemingsraad zijn advies had uitgebracht (2.13), was evenmin toereikend. Met name bleek daaruit nog steeds niet wat de impact van het vervallen van de functies is op de Nederlandse onderneming van Micro Focus en welke belangen daarmee zijn gemoeid. Ook in de motivering van het besluit van 7 oktober 2024 komt geen wezenlijke nieuwe informatie naar voren. De legitieme vragen van de ondernemingsraad blijven daarmee grotendeels onbeantwoord.
3.19
Micro Focus brengt hier tegenin dat de ondernemingsraad na de beantwoording van de schriftelijke vragen op 8 augustus 2024 zich enkel nog heeft gericht op de voorwaarden van de aan de betreffende medewerkers aan te bieden beëindigingsovereenkomsten. Het ontbreken van (financiële) informatie is volgens Micro Focus pas in het (negatieve) advies opnieuw ter sprake gekomen. Micro Focus miskent daarmee dat de bedoelde informatie eigener beweging door de ondernemer verstrekt had moeten worden en in ieder geval na het daartoe strekkende verzoek van de ondernemingsraad. Het kan niet zo zijn dat de informatieverstrekking aan de ondernemingsraad als op orde moet worden beoordeeld omdat de ondernemingsraad een legitiem verzoek om nadere informatie, waaraan niet is voldaan, niet heeft herhaald. Overigens heeft de ondernemingsraad zijn klacht over de ontoereikende informatieverstrekking in zijn advies herhaald en was het aan Micro Focus om daar alsnog aan tegemoet te komen of in het besluit voldoende gemotiveerd uiteen te zetten waarom zij meende dat dit niet nodig was. Micro Focus heeft dat niet gedaan.
3.2
Verder voert Micro Focus aan dat een slechte of slechter wordende financiële situatie niet de beweegreden voor het voorgenomen besluit vormde en dat zij daarom ook geen financiële informatie hoefde te verstrekken. Die stelling is onbegrijpelijk in het licht van de adviesaanvraag. Daarin noemt Micro Focus “
margin expansion” namelijk een drijfveer voor het voorgenomen besluit en schrijft zij verder: “
The Proposed restructuring in Cyber Enterprise is based on the worldwide Cyber Enterprise performance, which has declined(…)” (2.8).
3.21
Dat informatie niet op lokaal, Nederlands, niveau beschikbaar is omdat de interne organisatie van Micro Focus langs functionele lijnen is georganiseerd en niet langs geografische, ontheft Micro Focus niet van de verplichting om de ondernemingsraad inzicht te geven in de omstandigheden die zij in aanmerking heeft genomen bij de belangenafweging als bedoeld in 3.16. Micro Focus moet immers steeds in staat zijn zelfstandig te beoordelen op welke wijze de belangen van de Nederlandse onderneming door de voorgenomen reorganisatie worden geraakt, deze af te wegen tegen het concernbelang en de ondernemingsraad inzicht te verschaffen in dat proces. De ondernemingsraad heeft ter terechtzitting onweersproken gesteld dat het Micro Focus in het verleden, voor de overname door OpenText, wel lukte om in de vergelijkbare informatiebehoefte van de ondernemingsraad te voorzien, maar dat dit sinds de overname is veranderd. Micro Focus was destijds ook onderdeel van een wereldwijd opererend concern. De inrichting van de interne organisatie is bovendien bij de toepassing van het Nederlandse medezeggenschapsrecht een factor die voor rekening en risico van Micro Focus komt en kan er niet toe leiden dat aan ondernemingsraad informatie wordt onthouden die redelijkerwijs nodig is voor een behoorlijke vervulling van zijn taak.
3.22
De conclusie luidt dat de informatieverstrekking aan de ondernemingsraad in dit geval onvoldoende is geweest. Micro Focus heeft in het verlengde daarvan zowel in de adviesaanvraag als in het besluit onvoldoende blijk gegeven van een zelfstandige afweging van de eigen belangen van Micro Focus tegen het concernbelang en aldus niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze zij bij de besluitvorming de betrokken gerechtvaardigde belangen tegen elkaar heeft afgewogen. Bij die stand van zaken moet ervan worden uitgegaan dat Micro Focus bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Het verzoek van de ondernemingsraad om dat oordeel uit te spreken, zal worden toegewezen.
3.23
De Ondernemingskamer merkt terzijde nog op dat Micro Focus niet verplicht is om het in het verleden gehanteerde model voor adviesaanvragen op grond van de WOR te gebruiken, maar dat dit wellicht wel aanbeveling verdient omdat het model een structuur biedt die er wezenlijk aan kan bijdragen dat het adviestraject ordentelijk verloopt en Micro Focus aan haar verplichtingen op grond van de WOR voldoet.
Voorzieningen
3.24
Een afweging van alle betrokken belangen leidt ertoe dat ook de gevraagde voorzieningen zullen worden toegewezen. Vanwege het grotendeels pauzeren van de lopende beëindigingsgesprekken met medewerkers lijken de reeds uitgevoerde handelingen beperkt. Bovendien kunnen de door de Ondernemingskamer te treffen voorzieningen door derden verworven rechten niet aantasten. Medewerkers van wie de arbeidsovereenkomst al door middel van een vaststellingsovereenkomst is beëindigd worden hierdoor dus niet geraakt.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart dat Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid hebben kunnen komen tot het besluit van 7 oktober 2024 met betrekking tot de reorganisatie van Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. en het vervallen van twaalf arbeidsplaatsen;
gebiedt Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. het besluit in te trekken en de gevolgen daarvan ongedaan te maken;
verbiedt Micro Focus Nederland B.V. en Micro Focus B.V. uitvoering te geven aan het besluit;
wijst het meer of anders verzochte af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. A.W.H. Vink en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en drs. V.G. Moolenaar en drs. G.A.J. Dubbeld, raden, in tegenwoordigheid van mr. L. van Hoof, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. A.W.H. Vink op 20 mei 2025.