ECLI:NL:GHAMS:2025:1352

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
200.335.617/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake enquêteverzoek en deponeringsbeschikking van verslag nader onderzoek in de zaak VFA Clean Air Solutions B.V. tegen Envinity-VFA B.V. en anderen

Op 23 mei 2025 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak tussen VFA Clean Air Solutions B.V. en Envinity-VFA B.V. en andere belanghebbenden. Deze beschikking volgt op een reeks eerdere beschikkingen die zijn gegeven in het kader van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Envinity-VFA B.V. De Ondernemingskamer heeft in eerdere beschikkingen een onderzoek bevolen en de kosten daarvan vastgesteld, waarbij VFA Clean Air Solutions B.V. zich bereid heeft verklaard deze kosten voor te schieten. De beschikking van 23 mei 2025 bepaalt dat het verslag van het nader onderzoek ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden. De Ondernemingskamer heeft de betrokken belangen afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat het verslag met bijlagen openbaar gemaakt kan worden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan van rechters en raden, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.335.617/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 23 mei 2025
inzake
VFA CLEAN AIR SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Etten-Leur,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.H.G. Plieger, kantoorhoudende te Nieuwegein,
t e g e n
ENVINITY-VFA B.V.,
gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTER,
e n t e g e n

1.GREENVIRONMENTAL INDUSTRIES B.V.,

gevestigd te Huisduinen,
2.
[belanghebbende 2],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. B.J. Mekkelholt, kantoorhoudende te Den Helder,
e n t e g e n

3.ENVINITY GROUP B.V.,

gevestigd te Den Helder,
4.
[belanghebbende 4],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. B.J. Mekkelholt, kantoorhoudende te Den Helder.
Hierna zullen partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als Clean Air;
  • verweerster als En-VFA;
  • belanghebbende sub 1 als Greenvironmental;
  • belanghebbende sub 2 als [belanghebbende 2] ;
  • belanghebbende sub 3 als Envig;
  • belanghebbende sub 4 als [belanghebbende 4] ;
  • belanghebbenden gezamenlijk als Greenvironmental c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding in de zaak met zaaknummer 200.311.259/01 OK (eerste fase) verwijst de Ondernemingskamer naar haar twee beschikkingen van 24 november 2022 en haar beschikkingen van 1 februari 2023, 9 juni 2023 en 20 oktober 2023. Voor het verloop van het geding in de tweede fase verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 11 juli 2024 en 4 september 2024.
1.2
Bij beschikkingen van 24 november 2022 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van En-VFA over de periode vanaf 12 juni 2020 en mr. drs. E.A. Marseille RA benoemd als onderzoeker (hierna: de onderzoeker), bepaald dat de kosten van het onderzoek voor rekening komen van En-VFA en dat Clean Air, die zich daartoe bereid had verklaard, deze kosten zal voorschieten.
1.3
Bij beschikking van 1 februari 2023 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 18.500 exclusief btw.
1.4
Bij beschikking van 9 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer op verzoek van de onderzoeker Envig aangemerkt als met En-VFA nauw verbonden rechtspersoon in de zin van artikel 2:351 lid 2 BW en de onderzoeker gemachtigd tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van Envig, het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten verhoogd tot € 24.750 exclusief btw, en bepaald dat Clean Air ook deze kosten zal dienen voor te schieten.
1.5
Bij (tweede fase) beschikking van 11 juli 2024 heeft de Ondernemingskamer een nader onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van En-VFA bevolen over de periode vanaf 12 juni 2020 en bepaald dat ook de kosten van het nader onderzoek voor rekening komen van En-VFA en dat Clean Air deze kosten zal moeten voorschieten. Daarnaast heeft de Ondernemingskamer, bij wijze van onmiddellijke voorziening, Greenvironmental als bestuurder van En-VFA geschorst.
1.6
Bij beschikking van 4 september 2024 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 30.500 exclusief btw.
1.7
Bij e-mailberichten van 21 en 22 mei 2025 heeft de onderzoeker het verslag met bijlagen van het in 1.5 bedoelde nadere onderzoek aan de Ondernemingskamer doen toekomen.
1.8
De griffier heeft het verslag met bijlagen vandaag ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer heeft kennis genomen van het verslag met bijlagen van het (nadere) onderzoek. Gelet op de inhoud daarvan en de overigens in deze zaak betrokken belangen acht de Ondernemingskamer termen aanwezig om op de voet van artikel 2:353 lid 2 BW te bepalen dat het verslag met bijlagen ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
bepaalt dat het verslag met bijlagen van het bij de beschikking van 11 juli 2024 bevolen nadere onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Envinity-VFA B.V. ter griffie van de Ondernemingskamer ter inzage ligt voor belanghebbenden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. M.A.M. Vaessen en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en mr. drs. F. Marring RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2025.