ECLI:NL:GHAMS:2025:1456

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
200.328.982/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling onderzoeksbudget in enquêteprocedure inzake vennootschap

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 4 juni 2025, wordt het onderzoeksbudget vastgesteld voor een enquêteprocedure betreffende de vennootschap. De Ondernemingskamer had eerder op 21 september 2023 een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap over de periode vanaf 1 januari 2019. Mr. B.M.A. van Hussen werd benoemd als bestuurder met beslissende stem, en mr. M. van Luyn als beheerder van de aandelen. Op 16 april 2025 werd mr. M. Bijkerk als onderzoeker aangewezen. De onderzoeker heeft een begroting van € 79.375 gepresenteerd voor het onderzoek, exclusief omzetbelasting. Er zijn geen bezwaren tegen deze begroting ingediend door de betrokken partijen. De Ondernemingskamer heeft de begroting als redelijk beoordeeld en het bedrag vastgesteld op € 79.375, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de secretaris, mr. N.E.M. Keereweer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.328.982/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 juni 2025
inzake
[bestuurder A van de vennootschap en certificaathouder] ,
wonende te [plaats] ,
VERZOEKERtevens
BELANGHEBBENDEmet betrekking tot het zelfstandig tegenverzoek,
advocaten:
mr. C.J. Jageren
mr. L.L. Bakker, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[de vennootschap],
gevestigd te [plaats] ,
VERWEERSTER,
e n t e g e n

1.[bestuurder B van de vennootschap en certificaathouder] ,

wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE, tevens verzoekster van een zelfstandig tegenverzoek,
advocaten:
mr. C.A.M. van Weselen
mr. D.J. Verduin, kantoorhoudende te Amsterdam,
2.
[bestuurder en aandeelhouder van de vennootschap] ,
wonende te [plaats] ,
3.
[certificaathouder],
wonende te [plaats] ,
advocaten:
mr. W.M. Smelten
mr. M. Nuijten, kantoorhoudende te Amsterdam,
4. de stichting
[de STAK (aandeelhouder van de vennootschap)],
gevestigd te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 21 september 2023 en 16 april 2025.
1.2
Bij beschikking van 21 september 2023 heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [de vennootschap] over de periode vanaf 1 januari 2019, een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede – bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van de procedure:
- mr. B.M.A. van Hussen (hierna: OK-bestuurder) benoemd tot bestuurder (met beslissende stem) van [de vennootschap] ; en
- de aandelen in [de vennootschap] ten titel van beheer overgedragen aan mr. M. van Luyn (hierna: OK-beheerder).
1.3
De aanwijzing van een onderzoeker is destijds aangehouden. Bij e-mailbericht van 4 april 2025 heeft de OK-bestuurder, mede namens de OK-beheerder, de Ondernemingskamer verzocht over te gaan tot aanwijzing van een onderzoeker.
1.4
Bij beschikking van 16 april 2025 heeft de Ondernemingskamer mr. M. Bijkerk als onderzoeker aangewezen.
1.5
De onderzoeker heeft bij e-mailbericht van 20 mei 2025 een plan van aanpak met een begroting van de kosten van het onderzoek aan de Ondernemingskamer gestuurd. De secretaris van Ondernemingskamer heeft dit plan van aanpak met begroting van de kosten van het onderzoek per e-mailbericht van 21 mei 2025 aan (de advocaten van) partijen doorgestuurd en hen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten.
1.6
Bij e-mailbericht van 28 mei 2025 heeft mr. Nuijten namens [certificaathouder] laten weten zich ten aanzien van de begroting van het onderzoek te refereren aan het oordeel van de Ondernemingskamer.
1.7
Bij e-mailbericht van 2 juni 2025 heeft mr. Van Wesel namens [bestuurder B van de vennootschap en certificaathouder] zich eveneens gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen geraamd en opgave gedaan van haar uurtarief. De onderzoeker heeft begroot dat het onderzoek in totaal € 79.375, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen, zal kosten.
2.2
Er zijn geen bezwaren aangevoerd tegen de begroting van de onderzoeker. De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 79.375, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 79.375, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. D. Kingma en mr. J.M. de Jongh raadsheren, en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2025.