In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 18 februari 2022. De verdachte, geboren in 1989, werd beschuldigd van opzettelijk niet voldoen aan een vordering van douaneambtenaren, zoals vastgelegd in artikel 1:27 van de Algemene Douanewet. De verdachte had op 25 februari 2021 in Beverwijk geen gevolg gegeven aan een bevel van de ambtenaren van de Belastingdienst, die hem hadden opgedragen hen met zijn voertuig te volgen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewezenverklaring kwam dan de politierechter. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde had begaan. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.
De strafbaarheid van de verdachte werd bevestigd, aangezien er geen omstandigheden waren die deze uitsloten. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 200,00 met een proeftijd van twee jaar. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd. De raadsvrouw vroeg om toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het tijdsverloop. Het hof oordeelde dat de verdachte niet had voldaan aan de vordering van de douaneambtenaren, wat getuigde van een gebrek aan respect voor het openbaar gezag. Het hof hield rekening met het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, waaruit bleek dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.
Het hof constateerde echter dat de redelijke termijn van berechting was overschreden met meer dan elf maanden, wat niet aan de verdediging te wijten was. Dit leidde het hof tot de beslissing om de geldboete geheel voorwaardelijk op te leggen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 200,00 met een proeftijd van twee jaar, waarbij het hof de ernst van het feit en de omstandigheden in overweging nam.