Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
(…) bericht ik u dat de erven binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis vrijwillig zullen meewerken aan de juridische levering van[het appartement]
tegen betaling van de in overweging 5.1 van dat vonnis genoemde koopsom.
(…) Samenvattend komt uw brief erop neer dat u bereid bent mee te werken aan de juridische levering overeenkomstig het vonnis (…). Verder heb ik nota genomen van uw voorbehoud van rechten en weren met betrekking tot een eventueel hoger beroep. Van [naam 3][hof: zij is werkzaam bij [naam 2] ]
heb ik begrepen dat de betrokken notaris inmiddels is geïnformeerd, deze kan zijn stukken aanpassen aan de inhoud van uw brief. (…)”
(…) Met dit concept kan ik mij op meerdere punten niet verenigen. Voor de duidelijkheid geef ik die hierna ook maar puntsgewijs weer.
zijn tot levering van voormeld erfpachtrecht aan [naam 2] veroordeeld bij[het vonnis]
, welk vonnis bij voorbaat uitvoerbaar is verklaard. Deze levering, waaraan de erven vrijwillig meewerken, geschiedt dus niet uit hoofde van een overeenkomst van verkoop en koop maar uit hoofde van een rechterlijk vonnis.
(…) Ad 1 en 2:
Hierbij bericht ik u dat ik mij thans met het concept van de leveringsakte in grote lijnen kan verenigen, zulks met inachtneming van de volgende punten, die behoudens het gestelde onder 2, 8, 12 en 13 uitsluitend tekstuele aanpassingen betreffen:
gedurende drie maanden hoger beroep open staat op het gerechtshof en dat de erfgenamen zich ter zake alle rechten en weren hebben voorbehouden.
Bijgevoegd ontvangt u de gewijzigde conceptakte.
Ik neem er kennis van dat [naam 2] de uitdrukkelijk door mij aan (de advocaat) van [naam 2] gedane mededeling als bedoeld onder punt 8 om haar moverende redenen kennelijk niet in de notariële akte opgenomen wil zien.
Bij vonnis van de rechtbank [plaats 2] de dato tien maart tweeduizend éénentwintig (…), zijn de erfgenamen veroordeeld mee te werken aan de levering van na te melden registergoed.
4.De klacht
Wel hebben de erfgenamen [naam 2] er uitdrukkelijk op geattendeerd dat tegen het voormelde vonnis van de Rechtbank [plaats 2] , de dato tien maart tweeduizend éénentwintig gedurende drie maanden hoger beroep open staat op het gerechtshof en dat de erfgenamen zich ter zake alle rechten en weren hebben voorbehouden.”