ECLI:NL:GHAMS:2025:1620

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
23 juni 2025
Zaaknummer
23-002835-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake niet voldoen aan ambtelijk bevel en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

Op 5 juni 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 3 december 2024. De zaak betreft een verdachte die werd beschuldigd van het niet voldoen aan een ambtelijk bevel en het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 13 oktober 2024 heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk niet voldoen aan een bevel dat door een ambtenaar was gegeven, en aan het in bezit hebben van wapens in strijd met de wet. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier dagen voor het niet voldoen aan het ambtelijk bevel, en tot een geldboete van € 100,00 voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. Daarnaast is er een voorwaardelijke straf opgelegd, waarbij een gedeelte van de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit binnen de proeftijd. De advocaat-generaal heeft afstand gedaan van het recht om in cassatie te gaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-326460-24
parketnummer hoger beroep : 23-002835-24
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 5 juni 2025 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 december 2024 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen:
geboren: op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] )
adres: [adres] .

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Gepleegd op 13 oktober 2024 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 62 en 184 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 27 en 54 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 100,00 (honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gewezen door mr. D.A.C. Koster, in bijzijn van mr. A.C. Vermeijden, griffier.
mr. D.A.C. Koster
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting afstand gedaan van het recht beroep in cassatie in te stellen.