ECLI:NL:GHAMS:2025:1689

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 juni 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
200.351.523/01 0K
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake prijsbepalingsprocedure en geheimhoudingsverzoek in vennootschapsrechtelijke geschil

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 30 juni 2025, wordt een prijsbepalingsprocedure behandeld in het kader van een vennootschapsrechtelijk geschil. De zaak betreft de besloten vennootschappen [zus] HOLDING B.V. en [levenspartner] HOLDING B.V. als verzoeksters, en [broer] HOLDING B.V. als verweerster, met [de vennootschap] B.V. als belanghebbende. De Ondernemingskamer heeft eerder een deskundige benoemd om de waarde van aandelen te bepalen en heeft nu de begroting van de deskundige goedgekeurd, vastgesteld op € 83.792,50. Tevens is er een verzoek tot geheimhouding van informatie door de vennootschap, die niet aan [broer] HOLDING B.V. verstrekt mag worden. De Ondernemingskamer heeft de deskundige de opdracht gegeven om de benodigde informatie op te vragen bij [Activa BV] en haar dochterondernemingen, en heeft richtlijnen gegeven over hoe om te gaan met de geheimhoudingsverzoeken. De Ondernemingskamer heeft de datum voor het indienen van het deskundigenbericht vastgesteld op 6 november 2025, of zoveel eerder als mogelijk. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.351.523/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 30 juni 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[zus] HOLDING B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
[levenspartner] HOLDING B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.Q. Potteren
mr. C.R.B. Jonker, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[broer] HOLDING B.V.,
gevestigd te [plaats] ,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. R.H. Knegteringen
mr. J.M.C. Kemper, kantoorhoudende te Leeuwarden,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[de vennootschap],
gevestigd te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. D.J.M. Langeen
mr. S.G.H. Nieuwendijk, kantoorhoudende te Haarlem,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- [broer] Holding B.V. als [broer] Holding;
- [broer] als [broer] en samen met [broer] Holding als [broer] Holding c.s.;
- [de vennootschap] B.V. als de Vennootschap;
- [zus] Holding B.V. als [zus] ;
- [zus] als [zus] ;
- [levenspartner] Holding B.V. als WMG Holding en samen met [zus] als [zus] c.s.;
- [levenspartner] als [levenspartner] ;
- [Activa BV] als [Activa BV] .

1.Het verloop van het geding in beide zaken

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 20 maart 2025 (met zaaknummers: 200.348.905/01 OK en 200.351.523/01 OK).
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer, voor zover thans van belang, T.M. van Mieghem RV RAB CVA te Leeuwarden benoemd tot deskundige (hierna: de deskundige) en hem gevraagd een deskundigenonderzoek te verrichten naar de waarde van de 125 aandelen van [broer] Holding in de Vennootschap (hierna: de Aandelen) en daarover schriftelijk te berichten. De Ondernemingskamer heeft de deskundige gevraagd om binnen zes weken - of zoveel eerder als mogelijk - een definitief plan van aanpak en een definitieve begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan haar toe te sturen. De Ondernemingskamer heeft verder bepaald dat zij partijen daarna indien nodig in de gelegenheid zal stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens de hoogte van het voor de kosten van de deskundige ter griffie te storten voorschot zal bepalen, tenzij partijen over dit laatste afwijkende afspraken maken.
1.3
Bij e-mail van 11 april 2025 heeft de deskundige diens plan van aanpak inclusief begroting met de Ondernemingskamer gedeeld. Bij e-mail van 16 april 2025 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich over de begroting en de door de deskundige voorgestelde wijze van facturering (direct, zonder tussenkomst van de Ondernemingskamer) uit te laten. Partijen hebben vervolgens bij e-mails van 18 april 2025 kort gezegd laten weten dat het betreffende plan van aanpak, inclusief begroting, niet definitief was en enkele vragen aan de deskundige naar voren gebracht.
1.4
Bij brief van 24 april 2025 heeft de deskundige verzocht de termijn voor het indienen van het plan van aanpak met bijbehorende begroting te verlengen tot 21 mei 2025. De Ondernemingskamer heeft dit uitstel verleend.
1.5
Bij e-mail van 21 mei 2025 heeft de deskundige zijn definitieve plan van aanpak inclusief begroting bij de Ondernemingskamer ingediend, tezamen met een verzoek aan de raadsheer-commissaris, dat kort gezegd neerkomt op de vraag hoe hij dient om te gaan met het verzoek van de Vennootschap om informatie betreffende [Activa BV] en haar dochtervennootschappen niet te delen met [broer] Holding. De deskundige heeft in zijn verzoek onder verwijzing naar de Leidraad voor deskundigen in de geschillenregeling (hierna: de Leidraad) een werkwijze voorgesteld.
1.6
Bij e-mail van 4 juni 2025 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld zich over de begroting en het verzoek aan de raadsheer-commissaris uit te laten.
1.7
Bij e-mail van 12 juni 2025 heeft de Vennootschap kort gezegd haar bezwaren tegen het verstrekken van informatie betreffende [Activa BV] aan [broer] Holding, als derde ten opzichte van [Activa BV] , kenbaar gemaakt en een alternatieve werkwijze voorgesteld. Voor het overige heeft de Vennootschap zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer. Bij e-mail van diezelfde dag hebben [zus] c.s. zich bij het standpunt van de Vennootschap aangesloten.
1.8
[broer] Holding heeft bij e-mail van eveneens 12 juni 2025 samengevat bericht geen op- en/of aanmerkingen te hebben op de begroting en bezwaar gemaakt tegen het geheimhoudingsverzoek van de Vennootschap.

2.De gronden van de beslissing

Vaststelling en betaling voorschot
2.1
De deskundige heeft in zijn plan van aanpak een urenbegroting opgenomen. Op basis van die begroting heeft de deskundige de kosten van het betreffende onderzoek begroot op € 83.792,50 (inclusief btw). Nu partijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen deze begroting en het bedrag de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal zij het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 83.792,50 (inclusief btw).
2.2
Verder geldt dat partijen de Ondernemingskamer tijdens de mondelinge behandeling op 13 maart 2025 hebben verzocht voor de bepaling wie de kosten van het deskundigenonderzoek en -bericht betaalt de wettelijke regeling te volgen. De Ondernemingskamer zal zodoende, op grond van artikel 2:343c lid 3 BW in samenhang met artikel 2:343 lid 2 BW en 2:340 lid 1 BW, in de beschikking waarin zij de prijs van de Aandelen vaststelt, bepalen wie deze kosten draagt. Vooruitlopend daarop zal de Ondernemingskamer, zoals reeds overwogen in haar beschikking van 20 maart 2025 (met zaaknummers: 200.348.905/01 OK en 200.351.523/01 OK), bepalen dat het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek ten laste komt van de Vennootschap. Omdat de deskundige in zijn plan van aanpak heeft voorgesteld het voorschot rechtstreeks te factureren en de Vennootschap daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, zal de Ondernemingskamer geen uitvoering geven aan het bepaalde in artikel 187 Rv.
Informatieverstrekking
2.3
De deskundige heeft gevraagd hoe hij dient om te gaan met het verzoek van de Vennootschap om geheimhouding van de gegevens die hij in het kader van zijn deskundigenonderzoek zal verkrijgen van en over [Activa BV] en haar dochterondernemingen en deze niet aan [broer] Holding te verstrekken. De deskundige heeft daarbij voorgesteld dat de betrokken partijen onderling een geheimhoudingsverklaring zullen tekenen voor de door de deskundige gebruikte informatie die ziet op [Activa BV] en haar dochtervennootschappen (hierna: het Voorstel). De deskundige is tot het Voorstel gekomen omdat ook [broer] Holding over de door de deskundige gebruikte informatie moet kunnen beschikken, om zo de navolgbaarheid van de verwerking van die informatie in de waardering en de conclusie van de deskundige te kunnen beoordelen.
2.4
De Vennootschap en [zus] c.s. hebben bezwaar tegen verstrekking van gegevens betreffende [Activa BV] aan [broer] Holding en de in het Voorstel genoemde werkwijze, omdat het tekenen van een geheimhoudingsverklaring een onvoldoende waarborg biedt tegen het delen van gegevens door [broer] ( [broer] Holding). Zij hebben een eigen voorstel voor een werkwijze gedaan, waarbij de deskundige eerst bepaalt welke gegevens betreffende [Activa BV] volgens hem ook met [broer] Holding gedeeld moeten worden en partijen vervolgens zullen overleggen. Bij overeenstemming wordt onder geheimhouding inzage (en geen afschrift) verstrekt ten kantore van de Vennootschap aan [broer] Holding. In geval partijen geen overeenstemming weten te bereiken, dient deskundige hierover een beslissing te vragen aan de Ondernemingskamer.
2.5
[broer] Holding meent dat de door de deskundige gebruikte gegevens betreffende [Activa BV] steeds ook met haar gedeeld moeten worden en dat er onvoldoende belang is daarvan af te wijken. De angst voor concurrentie is in de gegeven omstandigheden onvoldoende omdat de betrokken personen meer dan 25 jaar hebben samengewerkt binnen het taxibedrijf en bij het exploiteren van onroerend goed. Zonder nadere motivering valt niet in te zien hoe het delen van informatie een voordeel oplevert voor [broer] Holding. Wel is [broer] Holding bereid om, in geval van een gegronde reden, een geheimhoudingsverklaring te tekenen die niet verder strekt dan strikt noodzakelijk.
2.6
De Ondernemingskamer overweegt als volgt. Het deskundigenonderzoek en het deskundigenbericht hebben een vertrouwelijk karakter en de deskundige is niet verplicht om steeds alle gegevens of documenten die aan hem ter beschikking zijn gesteld met alle partijen te delen (vgl. artt. 5.1 en 5.2 van de Leidraad). Het is aan de deskundige om te bepalen welke informatie nodig is voor het deskundigenonderzoek. Partijen zijn verplicht mee te werken aan het deskundigenonderzoek. Indien daaraan niet wordt voldaan kan de Ondernemingskamer daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht (vgl. artt. 5.5 en 5.6 van de Leidraad). De deskundige past, met inachtneming van het vertrouwelijke karakter van het deskundigenonderzoek, het beginsel van hoor en wederhoor toe (vgl. art. 5.13 van de Leidraad). In het belang van hoor en wederhoor geldt daarbij als uitgangspunt dat alle partijen zoveel mogelijk kennis kunnen nemen van de gegevens waarop het deskundigenonderzoek en deskundigenbericht worden gebaseerd. Hiervan kan op door de desbetreffende partij aan te voeren zwaarwegende gronden worden afgeweken. De deskundige beslist vervolgens of de desbetreffende gegevens relevant zijn voor het door hem te verrichten deskundigenonderzoek en, zo ja, of het vertrouwelijk karakter eraan in de weg staat dat deze gegevens met de andere betrokkenen worden gedeeld (vgl. art. 5.14 van de Leidraad).
2.7
In dit geval doet zich de complicatie voor dat de gegevens waarvan geheimhouding wordt verzocht niet afkomstig zijn van een van de partijen bij dit geschil maar van een derde, te weten van [Activa BV] en haar dochterondernemingen. [Activa BV] is geen partij in deze zaak en zij is in zoverre ook niet verplicht om mee te werken aan de totstandkoming van het deskundigenbericht. Lenters en WMG Holding hebben evenwel ter zitting toegezegd dat zij de te benoemen deskundige ruimhartig van de daarvoor benodigde informatie zullen voorzien, waarbij Lenters als middellijk bestuurder en aandeelhouder van [Activa BV] heeft toegezegd dat dit ook zou gelden voor de informatie die zich in het domein van [Activa BV] en haar dochtervennootschappen bevindt (zie r.o. 3.1 van de beschikking van 20 maart 2025). De Ondernemingskamer gaat ervan uit dat Lenters die toezegging zal nakomen. De deskundige kan de Ondernemingskamer zo nodig overigens ook verzoeken hem te machtigen tot het raadplegen van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van nauw verbonden rechtspersonen (art. 2:339 lid 1 BW in verbinding met art. 2:351 lid 2 BW).
2.8
Tegen deze achtergrond acht de Ondernemingskamer in dit geval de volgende werkwijze aangewezen.
- De deskundige zal bij [Activa BV] de informatie opvragen die naar zijn oordeel nodig is voor het door hem te verrichten deskundigenonderzoek;
- Als [Activa BV] daar
nietaan voldoet kan de deskundige daarvan melding maken in zijn deskundigenbericht en daarbij tevens toelichten welke invloed het ontbreken van die informatie heeft op de uitkomst en betrouwbaarheid van het door hem verrichte deskundigenonderzoek, dan wel waarom hij als gevolg van het ontbreken van de gevraagde informatie niet tot een waardering heeft kunnen komen;
- De Ondernemingskamer zal een en ander vervolgens betrekken bij de vaststelling van de prijs van de over te dragen aandelen;
- Als [Activa BV] de gevraagde informatie
welverstrekt kan zij daarbij ter zake van specifiek te benoemen onderdelen van die informatie concreet aanvoeren dat en waarom er zwaarwegende gronden bestaan daarvan geen afschrift aan [broer] Holding te verstrekken;
- De deskundige zal vervolgens beoordelen a) of deze specifieke informatie noodzakelijk is voor het opstellen van het deskundigenbericht, b) of kennisneming van deze informatie door alle partijen noodzakelijk is voor een volledig begrip en beoordeling van de inhoud en de uitkomst van het deskundigenbericht en c) of de daartoe aangevoerde gronden voldoende zwaarwegend zijn om – al dan niet onder verband van een daartoe te ondertekenen geheimhoudingsovereenkomst – in afwijking van het uitgangspunt
geenafschrift daarvan aan alle partijen te verstrekken;
- De deskundige stelt partijen op de hoogte van voornoemde afwegingen, waarna de meest gerede partij desgewenst binnen veertien dagen de Ondernemingskamer gemotiveerd en concreet kan verzoeken om af te wijken van het oordeel van de deskundige;
- De Ondernemingskamer zal vervolgens beslissen en de deskundige dienovereenkomstig instrueren.
2.9
De Ondernemingskamer zal tot slot de datum voor het indienen van het deskundigenbericht bepalen op 6 november 2025 of zoveel eerder als het gereed is. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing in beide zaken

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 83.792,50, de verschuldigde
omzetbelasting daarin begrepen;
verzoekt de deskundige uiterlijk 6 november 2025 – of zoveel eerder als mogelijk – het deskundigenbericht aan de Ondernemingskamer toe te sturen;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. E. Loesberg, raadsheren, en dr. M.J.R. Broekema RV en mr. drs. F. Marring RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.W.H. Vink op 30 juni 2025.