In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [naam 1] ORGANIC AGRICULTURE B.V. tegen een beschikking van de kantonrechter in Amsterdam. [naam 1] heeft op 2 april 2019 de aandelen van [bedrijf] overgenomen van [appellant], die daarna als Business Unit Manager Oils voor [naam 1] heeft gewerkt. Na zijn vertrek bij [naam 1] is [appellant] in dienst getreden bij Cefetra Premium Oils B.V., een concurrent van [naam 1]. [naam 1] verzocht om een voorlopig getuigenverhoor om te onderzoeken of [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door klanten van [naam 1] te benaderen. De kantonrechter wees dit verzoek af, o.a. omdat het als een 'fishing expedition' werd beschouwd. In hoger beroep heeft het hof de beschikking van de kantonrechter vernietigd, oordelend dat het belang van [naam 1] om de feiten te onderzoeken voldoende concreet was. Het hof heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor alsnog toegewezen, waarbij vier getuigen in Nederland zullen worden gehoord. De kosten van het geding zijn voor [appellant].