Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellant 3] ,
[appellant 4] ,
[appellant 5] ,wonend te [plaats 1] ,
[appellant 6] ,
[appellant 7] ,
[appellant 8] ,
[appellant 9] ,
CHIP 1 EXCHANGE NEDERLAND B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
mr. Verbeek, voornoemd, en mr. R. Winters, advocaat te Amsterdam . Fusion Trade werd bijgestaan door mr. Bosselaar, voornoemd, alsmede door mr. M.C.A. te Poel en mr. M.A. Bronger, advocaten te Amsterdam . Mr. Verbeek heeft op 25 mei 2025 een aanvullende productie ingediend en daags voor de zitting, bij e-mail van 10 juni 2025 17:10 uur, een akte vermeerdering van eis.
3.Feiten
4.Eerste aanleg
- een dwangsom van € 100.000,- ineens indien zij niet binnen zeven dagen na het vonnis voldoen aan rov. 5.4 van het vonnis van 20 september 2024 en tot € 25.000,- per (gedeelte van een) dag dat zij daar daarna mee in gebreke blijven met een maximum van € 500.000,-;
- dat er onvoldoende concrete aanwijzingen zijn dat [appellant 1] en [appellant 2] niet alle informatie als opgenomen onder 5.4 van het vonnis van 20 september 2024 hebben verstrekt voor wat betreft de WhatsApp correspondentie (rov. 14);
5.Beoordeling
grieven 1 t/m 4gezamenlijk te bespreken. Daarmee voeren [appellanten] aan dat de kantonrechter het bestreden vonnis slechts tegen [appellant 1] en [appellant 2] had moeten uitspreken en richten zij zich tegen de weergave van de feiten en overwegingen door de kantonrechter.
grieven 6 t/m 15lenen zich voor gezamenlijke behandeling en zijn - samengevat weergegeven - gericht tegen het voorshandse oordeel van de kantonrechter dat [appellant 1] en [appellant 2] niet aan de veroordeling van het onder rov. 5.4 en 5.5 van het vonnis van 20 september 2024 hebben voldaan en het maximum van de dwangsommen hebben verbeurd.
(a) screenshots van berichten tussen 20 en 22 februari 2024 van de Festival season chat, alsmede een uitdraai van diezelfde berichten; en
alletussen de ex-werknemers van Fusion Trade in de door de kantonrechter genoemde periode gewisselde correspondentie te verstrekken. Deze verplichting gold zonder beperkingen behalve de beperking in tijd. Dat in de veroordeling onder rov. 5.5 is bepaald dat het moet gaan om correspondentie die ziet op uitdiensttreding bij Fusion Trade of indiensttreding bij Chip 1 leidt niet tot een ander oordeel. Aannemelijk is dat dit in algemene zin bedoeld is, dus dat beoogd is [appellant 1] en [appellant 2] te veroordelen alle berichten en bestanden die op de overstap van de werknemers zagen te verstrekken en niet alleen die berichten uit de chats en correspondentie waarin iets staat over uitdienst- of indiensttreding. Deze bedoeling blijkt ook uit rov 4.18 van het vonnis van 20 september 2024, waar de kantonrechter heeft overwogen:
“Er is in zoverre niet sprake van een ‘fishing expedition’. Dat sprake is of kan zijn van gewichtige redenen aan de kant van Chip 1 dan wel de voormalig werkgevers, is niet gebleken. Dat de bescheiden gegevens bevatten van persoonlijke en bedrijfsmatige aard ligt voor de hand maar dat belang moet wijken voor het zwaarwegende maatschappelijk belang dat in rechte de waarheid aan het licht komt.”
“(…) as daniel does not know about you leaving, ask him tomorrow about this deal that he missed out on with americas. You remeber that he got penalised for not sharing the info about a customer? We need to know which customer that was and what items he was selling (…)”. Gelet op het grote aantal werknemers dat binnen zeer korte tijd van Fusion Trade naar het concurrerende Chip 1 is overgestapt, betreft het hiervoor weergegeven citaat relevante informatie. [appellant 1] en [appellant 2] hebben betoogd dat dit bericht op een niet door Fusion Trade toegekende commissie zag, maar hebben dit onvoldoende onderbouwd. Dit volgt in ieder geval niet duidelijk uit de overgelegde verklaring van U. Vergouw. Naar het voorlopig oordeel van het hof was de missende pagina dan ook niet van ondergeschikt belang.
‘Revolution’, terwijl het eerste bericht op de missende pagina inhoudt (23:37:11 uur):
“Chip 1 Dream Team: U hebt de groepsafbeelding gewijzigd”. Deze omstandigheid is een aanwijzing dat er (nog steeds) berichten ontbreken en vraagt om een verklaring, die [appellant 1] en [appellant 2] niet hebben gegeven. Anders dan de kantonrechter in rov. 14 van het bestreden vonnis heeft geoordeeld, is het hof voorshands van oordeel dat [appellant 1] en [appellant 2] niet aan de veroordeling onder rov. 5.4 van het vonnis van 20 september 2024 hebben voldaann en dus ook uit dien hoofde dwangsommen hebben verbeurd.
alletussen de oud-werknemers gewisselde berichten en bestanden aan Fusion Trade te verstrekken en niet die berichten en bestanden die beperkt waren tot de uit- en indiensttreding van de betrokken werknemers. Het stond [appellanten] dan ook niet vrij om naar gelieven delen zwart te maken of weg te lakken in de chat, zoals zij hebben gedaan. Zij hadden meteen de ongecensureerde versie moeten sturen. Fusion Trade heeft bovendien aan de hand van verschillende voorbeelden aannemelijk gemaakt dat de weggelakte delen wel degelijk zagen op kwesties die de overstap betroffen. Zo hebben [appellanten] in hun e-mail van 24 december 2024 (zie 3.8) toegegeven dat in de eerder toegezonden chat per abuis namen waren weggelakt in een bericht van 12 april 2024 van [appellant 2] . Dat bericht, dat op 24 december 2024 alsnog is toegezonden luidt als volgt
: “Salaam!! I need to drop by the office for a meeting with Volkan and Bobby about the contracts. Do not have my laptop with me.”. Ook staat vast dat er bestanden, zoals in ieder geval een persbericht van 23 april 2024 over het vertrek van [appellant 1] van Fusion Trade naar Chip 1, niet zijn gedeeld. Ook dit is een relevant bestand dat meteen overhandigd had moeten worden. Bovendien blijkt uit de overgelegde chat dat er vele bestanden zijn verzonden tussen de oud-werknemers van Fusion Trade onderling. Fusion Trade heeft gemotiveerd gesteld dat die bestanden inclusief de bestanden zelf te transporteren zijn, ook al zijn deze destijds niet opgeslagen. [appellant 1] en [appellant 2] hebben dit betwist door te verwijzen naar twee e-mails van Pro Warehouse, waarin staat dat het niet mogelijk is om bijlagen bij specifieke chats te exporteren en weer te geven in dezelfde chats. Deze e-mails leggen echter onvoldoende gewicht in de schaal, al was het maar omdat Pro Warehouse zelf verklaart dat het wel mogelijk is losse bijlagen te downloaden in een aparte map.
grief 16betogen [appellanten] dat de kantonrechter geen nadere dwangsommen had moeten opleggen.