ECLI:NL:GHAMS:2025:1857

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
23-002247-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake bedreiging en belediging van een portier in een nachtclub

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijke geweldpleging, mishandeling en belediging van twee slachtoffers, waarbij hij onder andere de woorden 'Kankerturk' had geuit en dreigende gebaren had gemaakt. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 1 oktober 2024. Tijdens de zitting op 1 juli 2025 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden voor de openlijke geweldpleging en mishandeling, en heeft de verdachte daarvan vrijgesproken. Echter, de belediging en bedreiging van de portier zijn wel bewezen verklaard. Het hof heeft daarbij de verklaringen van de aangever en getuige als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die stelde dat deze onbetrouwbaar waren. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft ook strafverzwarende omstandigheden meegewogen, zoals de discriminerende strekking van de belediging en eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002247-24
datum uitspraak: 15 juli 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 oktober 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-212609-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
adres: [adres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 juli 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.primairhij op of omstreeks 20 augustus 2023 te Haarlem openlijk, te weten de Smedestraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] door voornoemde [slachtoffer 1] in de nek te bijten en/of aan de haren te trekken en/of op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of in het gezicht te krabben terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten bijtwonden in de nek en/of aangezichtsletsel en/of blauwe plekken, voor [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;

1.subsidiairhij op of omstreeks 20 augustus 2023 te Haarlem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer 1] een of meerma(a)l(en) op/tegen het hoofd en/of (elders) op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of door voornoemde [slachtoffer 1] (hard) aan het haar te trekken en/of door voornoemde [slachtoffer 1] te bijten;

2.hij op of omstreeks 20 augustus 2023 te Haarlem opzettelijk [slachtoffer 2] , in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: Kankerturk, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;

3.hij op of omstreeks 20 augustus 2023 te Haarlem [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of (daarbij) een of meerma(a)l(en) een "schietgebaar" met zijn hand(en) naar die [slachtoffer 2] heeft gemaakt.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Vrijspraak feit 1 primair en subsidiair
Met het openbaar ministerie en de verdediging is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging feiten 2 en 3
De raadsvrouw heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het onder 2 en 3 tenlastegelegde en daartoe kortgezegd het volgende aangevoerd. Er is geen wettig en zeker geen overtuigend bewijs dat de verdachte deze feiten heeft begaan. De verklaringen van de aangever en getuige [getuige] zijn onbetrouwbaar, nu deze na ruim een uur vrijwel gelijktijdig zijn afgenomen. Ze hebben genoeg tijd gehad hun verklaringen op elkaar af te stemmen. Daarnaast is het tenlastegelegde schietgebaar niet te zien op de camerabeelden.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof acht de verklaringen van de aangever en getuige [getuige] betrouwbaar, nu deze verklaringen op essentiële punten steun vinden in de omschrijving van de camerabeelden. Daaruit blijkt ook dat de verdachte een beweging met zijn hand maakt die kan worden uitgelegd als een schietbeweging. Derhalve vindt het verweer van de verdediging zijn weerlegging in de bewijsmiddelen en wordt deze verworpen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

2.hij op 20 augustus 2023 te Haarlem, opzettelijk [slachtoffer 2] , in zijn tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem het woord toe te voegen: "Kankerturk";

3.hij op 20 augustus 2023 te Haarlem, [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je af", en meermalen een "schietgebaar" met zijn handen naar [slachtoffer 2] te maken.

Hetgeen onder 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren waarvan 70 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren.
De raadsvrouw heeft verzocht, indien het hof tot een bewezenverklaring komt, een geheel voorwaardelijke taakstraf met een proeftijd van 1 jaar op te leggen, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ouderdom van de feiten.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich in het drukke uitgaansgebied in het centrum van Haarlem schuldig gemaakt aan de bedreiging en de belediging van een portier van een nachtclub. Dergelijke strafbare feiten veroorzaken gevoelens van onrust, angst en onveiligheid bij slachtoffers Afgaande op de camerabeelden zijn bovendien vele mensen daarvan ongevraagd en ongewild ooggetuige geweest. Het hof rekent het de verdachte bovendien aan dat zijn belediging een discriminerende strekking had en dat hij daarmee het slachtoffer in zijn werkomgeving in zijn eer en goede naam heeft aangetast. Ook let het hof – hoewel niet bewezenverklaard als strafbaar feit in deze zaak – op het gewelddadige incident dat vlak hierna heeft plaatsgevonden en waarbij de verdachte ook was betrokken.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 juni 2025 is hij eerder ter zake van geweldsdelicten onherroepelijk veroordeeld. Weliswaar is dit langer geleden, maar het hof weegt dit toch enigszins in zijn nadeel mee.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Alle voornoemde strafverzwarende omstandigheden maken dat een straf – zoals is voorgesteld door de raadsvrouw of zoals die zijn beschreven voor deze feiten in de oriëntatiepunten voor de strafoplegging van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) – niet op zijn plaats is.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 57, 266 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr P.J. van Eekeren en mr. E.V. Dam, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 juli 2025.
=========================================================================
[…]