ECLI:NL:GHAMS:2025:1859

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
15 juli 2025
Zaaknummer
23-002272-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van het hoger beroep

Op 1 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 25 september 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting op 1 juli 2025 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk moest worden verklaard in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op een akte van 12 mei 2025, waarin de verdachte aangaf het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof concludeerde dat de verdachte, door het intrekken van het hoger beroep, zijn eerder geformuleerde bezwaren had ingetrokken. Aangezien er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek van de zaak, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002272-24
datum uitspraak: 1 juli 2025
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-224177-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1994,
adres: [adres] .
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 juli 2025.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 12 mei 2025 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.A.E. van Noort, mr P.J. van Eekeren en mr. E.V. Dam, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
1 juli 2025.