In deze zaak gaat het om de wijziging van de kinderalimentatie voor de minderjarige [minderjarige 1], die in 2012 is geboren. De rechtbank Amsterdam had eerder in een beschikking van 25 april 2024 de kinderalimentatie vastgesteld op € 313,- per maand, wat de man niet accepteerde. Hij verzocht om een lagere bijdrage van € 131,- per maand, terwijl de vrouw de eerdere bijdrage van € 400,- per maand wilde handhaven. De man, die in Spanje woont, en de vrouw, die in Nederland woont, hebben beiden hun standpunten in hoger beroep naar voren gebracht. Het hof heeft de zaak op 22 juli 2025 behandeld en de omstandigheden rondom de draagkracht van de man, die in Spanje woont, en de toepassing van de kortingsfactor op de bijstandsnorm in de draagkrachtformule beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de man een draagkracht heeft van € 793,- per maand in de periode van 25 april 2024 tot 13 juni 2024, en dat de kinderalimentatie voor [minderjarige 1] in de toekomst op € 382,- per maand, € 359,- per maand en € 383,- per maand is vastgesteld, afhankelijk van de periode. De vrouw hoeft geen te veel ontvangen kinderalimentatie terug te betalen, gezien haar relatief lage inkomen.