3.2.De volgende feiten, voor zover in hoger beroep van belang, staan tussen partijen vast.
( i) Heijveld is een financiële holding. Heijvar, Heijbouw en Heijpro zijn actief in respectievelijk de varkenshouderij, de (agrarische) bouw en de projectontwikkeling. Zij zijn 100%-dochters van Heijveld; tot 28 oktober 2014 hield Heijveld slechts de helft van de aandelen in Heijpro.
(ii) Heijveld c.s. hadden al voor 2007 een kredietrelatie met de rechtsvoorganger van Deutsche Bank.
(iii) Op 2 februari 2007 heeft Heijvar met de rechtsvoorganger van Deutsche Bank een kredietovereenkomst gesloten, bestaande uit vier rentedragende leningen voor in totaal € 2,9 miljoen euro, tegen zekerheden. Op 23 februari 2007 is tussen Heijvar en de rechtsvoorganger van Deutsche Bank een renteswapovereenkomst tot stand gekomen, waarbij de door Heijvar te betalen variabele rente over deze leningen is geruild tegen een vaste rente van 4,30% met een looptijd van tien jaar, met ingangsdatum 2 januari 2008 en een hoofdsom van € 2.764.545.
(iv) Op 12 maart 2007 heeft Heijpro met de rechtsvoorganger van Deutsche Bank een kredietovereenkomst gesloten, bestaande uit een rentedragende lening van € 1,1 miljoen, met een looptijd tot en met 1 april 2012, tegen zekerheden. Op 5 juni 2007 heeft Heijpro met de rechtsvoorganger van Deutsche Bank een renteswapovereenkomst gesloten waarbij de variabele rente over haar lening van € 1,1 miljoen is geruild tegen een vaste rente van 4,73% met een looptijd van tien jaar, met ingangsdatum 2 juli 2007 en een hoofdsom van € 1.090.000. De lening strekte tot financiering van de aankoop en ontwikkeling van een voormalig garagebedrijf in Nuland, dat was verhuurd en werd gebruikt als sportschool, spuiterij en een pension voor arbeidsmigranten, en dat Heijpro op enig moment wilde herontwikkelen tot appartementen en starterswoningen. Uit de huurinkomsten uit het vastgoed kon Heijpro de rente voldoen die ze krachtens deze renteswap verschuldigd was.
( v) Op 1 april 2010 heeft Deutsche Bank de positie van haar rechtsvoorganger overgenomen, kort nadat die laatste had bericht dat de overgang van hun bankrelatie de rechtspositie van Heijveld c.s. niet zou veranderen. Bij overeenkomst van 4 juni 2011 heeft Deutsche Bank de kredietverhouding met Heijveld, Heijvar en Heijbouw geactualiseerd. Partijen zijn onder andere een verhoging van de limiet van het rekeningcourantkrediet van € 935.000 naar € 1.035.000 overeengekomen, onder gelijktijdige verlaging van de individuele opslag van 1,60% naar 1,55%. Daarnaast verstrekte Deutsche Bank twee nieuwe Euribor-leningen aan Heijvar.
(vi) Vanaf het voorjaar van 2012 hebben Deutsche Bank en Heijveld c.s. besprekingen gevoerd over de kredietfaciliteiten in verband met onder andere, in de woorden van Deutsche Bank, “de verlieslatende exploitatie 2010 en 2011 en de onder druk staande liquiditeitspositie”. Daarbij ging het Deutsche Bank vooral om de resultaten in Heijvar en de voortgang van de ontwikkeling van het vastgoed in Heijpro. Volgens Deutsche Bank werden in Heijvar in 2010 en 2011 hoge verliezen geleden, terwijl ook de mededeling van Heijpro dat haar plan tot herontwikkeling van het vastgoed door de economische ontwikkelingen geen doorgang had kunnen vinden, Deutsche Bank zorgen baarde, omdat Heijpro daardoor het vastgoed niet kon verkopen en haar leenschuld van op dat moment € 945.000 niet kon aflossen. Heijpro wilde de kredietfaciliteit verlengen om daarna via een andere weg tot aflossing van de lening te komen.
(vii) Bij brief van 14 juni 2012 heeft Deutsche Bank Heijveld c.s. bericht dat zij onder haar afdeling Bijzonder beheer werden geplaatst.
(viii) Bij brief van 18 oktober 2012 heeft Deutsche Bank Heijpro bericht dat zij bereid was om de kredietverlening aan Heijpro voor een periode van maximaal twee jaar te continueren, onder nadere voorwaarden ten laste van Heijveld c.s., waaronder strikte aflossingsverplichtingen en een inspanningsverplichting met betrekking tot de verkoop van het vastgoed. Heijpro heeft hiermee ingestemd. Op 19 juni 2014 heeft ze het vastgoed verkocht.
(ix) Bij brief van 16 april 2013 heeft Deutsche Bank aan Heijveld c.s. bericht dat ze haar focus had aangescherpt en zichzelf niet langer zag als de geschikte bank voor Heijveld c.s.
( x) Bij e-mail van 14 augustus 2013 heeft Deutsche Bank Heijveld c.s. bericht dat zij de kredietlimiet in rekening-courant vanaf 1 oktober 2013 wenste te reduceren met € 50.000 per kwartaal, tot nihil. De financieel adviseur van Heijveld c.s., Exitus B.V. (hierna: Exitus), heeft daarop aan de hand van een cash flow-overzicht, een resultaatrekening en de balans aan Deutsche Bank uitgelegd dat die inperkingen te vroeg en te groot waren, Heijveld c.s. de ruimte ontnamen om te ondernemen en een verdubbeling van de aflossingsverplichtingen inhielden. Bij brief van 24 september 2013 heeft Exitus de door Deutsche Bank genoemde gronden voor de inperking van het kredietmaximum bestreden en Deutsche Bank nogmaals voorgehouden dat die inperking zal leiden tot liquiditeitstekorten bij Heijveld c.s.
(xi) Deutsche Bank heeft evenwel bij haar beslissing gepersisteerd en Heijveld c.s. in overweging gegeven om elders risicodragend vermogen aan te trekken.
(xii) Bij brief van 6 november 2013 heeft Deutsche Bank Heijveld c.s. te kennen gegeven dat zij op termijn de relatie met Heijveld c.s. wenst te beëindigen en haar geadviseerd om bij een andere kredietverstrekker een volledige herfinanciering te regelen.
(xiii) Bij brief van 15 november 2013 heeft Exitus Deutsche Bank (onder meer) geschreven dat dat de renteswapovereenkomst met Heijvar een negatieve waarde had van € 222.000, en dat dit voor Heijveld c.s. een beletsel was om een nieuwe financier te vinden.
(xiv) Overeenkomstig haar aankondiging van 14 augustus 2013 heeft Deutsche Bank het kredietmaximum in rekening-courant op 1 oktober 2013 verlaagd. Op 8 januari 2014 schreef Heijvar Deutsche Bank dat die inperking ertoe leidde dat zij de lopende rekeningen en haar personeel niet tijdig kon betalen. Daarop heeft de Deutsche Bank een verruiming van drie weken gegeven, maar voor het overige vastgehouden aan haar reductie-eisen.
(xv) Op 27 juni 2014 zijn Heijveld c.s. met ABN AMRO Bank een financiering ter oversluiting van de bestaande leningen bij Deutsche Bank overeengekomen.
(xvi) In het kader van het Uniform Herstelkader (hierna: UHK) heeft Deutsche Bank aan Heijveld c.s. een compensatievoorstel gedaan met betrekking tot de renteswapovereenkomst van 5 juni 2007, à € 184.044,64 plus een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand van € 10.000,00, dat Heijveld c.s. hebben geaccepteerd nadat de Geschillencommissie UHK MKB-Rentederivaten bij beslissing van 29 oktober 2018 haar bezwaren had afgewezen.