ECLI:NL:GHAMS:2025:2232

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
23-002614-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake overtredingen Wegenverkeerswet

Op 31 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 18 oktober 2024. De zaak betreft een verdachte die op 3 november 2023 in Amsterdam twee overtredingen heeft begaan van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de overtredingen van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een nieuw strafbaar feit. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren en is hem de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van twee jaren.

De vorderingen van de benadeelde partijen zijn door het hof afgewezen, waarbij is bepaald dat de benadeelde partijen en de verdachte ieder hun eigen proceskosten dragen. De uitspraak is gedaan door mr. S. Jongeling, in bijzijn van mr. J.M. Pattinama, griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-041264-24
parketnummer hoger beroep : 23-002614-24
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 31 juli 2025 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 oktober 2024 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1975 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het onder feit 1 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994.
Het onder feit 2 bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Beide feiten gepleegd op
3 november 2023 te Amsterdam.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 7, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Ten aanzien van het onder
feit 1en
feit 2bewezenverklaarde:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Ten aanzien van het onder
feit 2bewezenverklaarde:
Ontzegt de verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) maand.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen proceskosten dragen.
Gewezen door mr. S. Jongeling, in bijzijn van mr. J.M. Pattinama, griffier.
mr. S. Jongeling.