ECLI:NL:GHAMS:2025:2262
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis met uitzondering van strafoplegging in hoger beroep inzake inbraak en diefstal
Op 6 augustus 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 oktober 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 2002, had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling tot een gevangenisstraf van twee maanden voor inbraak en diefstal bij een snackbar. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. Het hof bevestigt het vonnis van de politierechter, behalve ten aanzien van de strafoplegging, die wordt vernietigd. De verdachte is eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en heeft recentelijk een ISD-maatregel opgelegd gekregen, waardoor hij twee jaar in een penitentiaire inrichting verblijft. Gezien de omstandigheden en de ernst van de feiten, oordeelt het hof dat het onwenselijk is om een nieuwe straf of maatregel op te leggen na de ISD-maatregel. Het hof beslist daarom dat er geen straf of maatregel wordt opgelegd voor het bewezenverklaarde feit, maar bevestigt het vonnis voor het overige. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, met mr. M.C. van der Mei die buiten staat is om het arrest mede te ondertekenen.