Uitspraak
mr. R.Q. Potteren
C.R.B. Jonker, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. M.M. Artsen
mr. F.A.L. Canovai, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
mr. R.Q. Potteren
C.R.B. Jonker,
mr. M.M. Artsen
mr. F.A.L. Canovai,
- [aandeelhouder 1] als [aandeelhouder 1] ;
- [broer 1] als [broer 1] en gezamenlijk met [aandeelhouder 1] als [broer 1 c.s.] ;
- [aandeelhouder 2] als [aandeelhouder 2] ;
- [broer 2] als [broer 2] en gezamenlijk met [aandeelhouder 2] als [broer 2 c.s.] ;
- [vennootschap A] als [vennootschap A] ;
- [vennootschap B] als [vennootschap B] ;
- [vennootschap C] als [vennootschap C] ;
- [vennootschap A] , [vennootschap B] en [vennootschap C] gezamenlijk als de Vennootschappen of [de vennootschappen] .
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
(…)
Partijen gaan in onderling overleg na of zij kunnen komen tot separate procesafspraken om het te kunnen kopen en verkopen aan elkaar. Indien Partijen niet vóór 15 juni 2024 komen tot deze separate procesafspraken er automatisch overgegaan zal worden tot de situatie zoals opgenomen in artikel 2 en verder.
Partijen gaan gezamenlijk over tot verkoop van de vennootschap c.q. tot verkoop van[ [vennootschap A] - OK]
en haar deelnemingen. Zij zullen daarbij gezamenlijk één of meerdere dienstverleners kiezen die hen zal assisteren bij de verkoop van de onderneming(en).
Indien er een bieding komt op[ [vennootschap A] -OK]
(dus inclusief de deelneming[ [vennootschap C] - OK]
en de onroerende zaken) van EUR 7 miljoen of meer en[ [aandeelhouder 2] - OK]
of[ [aandeelhouder 1] - OK]
zegt in te kunnen stemmen met het bod dan zal[ [aandeelhouder 2] – OK]
respectievelijk[ [aandeelhouder 1] - OK]
dat niet tegen zullen houden. Het bedrag van EUR 7 miljoen mag niet worden verminderd door het alsnog moeten betalen van de schuld aan de Rabobank.
Indien er een bieding komt op[ [vennootschap C] - OK]
van EUR 3 miljoen of meer (rekening houdende met een gecorrigeerde marktconforme huur van de twee panden) en[ [aandeelhouder 2] - OK]
of[ [aandeelhouder 1] -OK]
zegt in te kunnen stemmen met het bod dan zal[ [aandeelhouder 2] - OK]
respectievelijk[ [aandeelhouder 1] - OK]
dat niet tegen zullen houden.
Voor elk besluit geldt een maximale beslistermijn van 15 kalenderdagen, waarbij de termijn start bij het informeren van de ander op een schriftelijke wijze. Een e-mail is een vorm van schriftelijke wijze.
Alle kosten die voortvloeien uit deze overeenkomst zijn voor rekening van de vennootschap.
De geldigheid van deze overeenkomst duurt tot 31 december 2025. (…)”
er in de basis geen vertrouwen meer is tussen de twee broers in het bedrijf” en dat “
er inmiddels een dusdanige andere kijk op het besturen van het bedrijf[is]
, dat dit niet meer gaat en dat er ook geen ruimte meer is om samen, onder de huidige omstandigheden, een bedrijf te runnen”.
Beroepsregels verplichten u om de bestuurder, uw cliënt, inzicht te geven in alle cijfers. Mocht u daar anders naar kijken dan zullen wij te raden gaan bij de accountantskamer. Ik vertrouw op uw professionele houding.”
Deze e-mail is schokkend. Ik ga dit doorgeven aan onze compliance officer en wij zullen vanuit ons kantoor direct alle werkzaamheden opschorten na dit dreigement. Ik dacht dat onze relatie heel anders was, maar daar heb ik me blijkbaar in vergist.” Bij e-mail van later die dag heeft de accountant de broers uitgenodigd voor een gesprek om de ontstane situatie te bespreken. [broer 2] heeft bij e-mail van 5 september 2024 de accountant bericht dat hij het betreurt hoe de communicatie is verlopen, dat zijn adviseur zonder voorafgaand overleg heeft gehandeld en dat het niet bedoeld is als weerspiegeling van een gebrek aan integriteit.
Zie hieronder de mail van de Rabobank waarin ze ons aanspreken op het niet nakomen van onze afspraken. Ik heb je al meerdere keren aangegeven dat er haast is geboden met het goedkeuren van de jaarrekeningen. [de accountant][de accountant van [de vennootschappen] - OK]
heeft meerdere voorstellen gedaan om op een eerder moment de jaarrekening online door te nemen. Jij wilde een fysieke afspraak en deze staat nu op 18 september. In de tussentijd zal ik weer de Rabobank moeten bellen om begrip proberen te kweken.
precies weer zo’n voorbeeld dat je ons en het bedrijf in de problemen brengt met je lakse houding omdat jij blijkbaar de noodzaak er niet van inziet. Als jij het verschil niet begrijpt tussen een kolommenbalans en een jaarrekening moet jij je er misschien ook niet meer mee bezig houden en dit aan een ander overlaten.
daadwerkelijke gewerkte uren, overuren en een verrekening van het niet toepassen van de CAO met betrekking tot de overuren en weekendtarieven.” Verder heeft [broer 1] geschreven dat het treurig is om te zien dat [broer 2] zijn persoonlijke belangen laat meewegen in zakelijke beslissingen en [de zoon van broer 1] daarmee bewust probeert te benadelen.
Ik heb je e-mail met verbazing gelezen. Je geeft geen antwoord op mijn vraag waar [de zoon van broer 1] zijn uren aan heeft besteed. Dit lijkt mij een logische vraag, zeker gezien de omvang van de opgegeven overuren. Aangezien jij zelf aangeeft naast hem te hebben gezeten, ga ik ervan uit dat jij kunt verklaren waaraan deze overuren precies zijn besteed.
Het geschil wat tussen ons speelt en waar we, as we speak, een totaaloplossing voor proberen te vinden, kan en mag geen reden zijn om specifieke personeelsleden – en daarmee de onderneming als geheel – te benadelen.
Dank voor je bevestiging dat de uren aan de tender zijn besteed. Ik zal, zoals eerder aangegeven, overgaan tot betaling van deze uren. Let wel; deze worden wat mij betreft bij de carve-out meegenomen en verrekend. Het zijn immers uren besteed aan de tender.
Het zakelijk conflict wat jullie hebben is nog steeds erg betreurenswaardig en zie ik met lede ogen vanaf de zijlijn aan. Bewust zal ik mij zoals afgesproken ook in het geheel niet mengen.”
equity value), waarbij de overeenkomst met de gemeente Den Haag ter zake van de aanbesteding – zo al mogelijk – aan [broer 1] zal worden toebedeeld. [broer 2] krijgt twaalf weken de tijd om te onderzoeken of hij daarvoor een financiering kan verkrijgen. Indien hij daar niet in slaagt zal [aandeelhouder 1] de mogelijkheid krijgen om [aandeelhouder 2] uit te kopen. [broer 1 c.s.] hebben deze concept-vaststellingsovereenkomst niet willen ondertekenen.
Om de situatie duidelijk te krijgen heb ik ons gesprek hieronder kort samengevat.
Wat je al aangeeft ik heb dit niet op eigen initiatief gedaan en in opdracht van. Wat ik al eerder aangaf eigenlijk aan jullie allebei dat jullie allebei mijn werkgevers zijn en dat dit conflict niet alleen voor mij maar voor meerdere collega’s lastig is. We hopen allemaal dat er gauw een oplossing komt. (…)”
Tot mijn verbazing en irritatie werden er afgelopen vrijdag 12 bakken met loodaccu’s opgehaald die jij, zonder mijn weten, hebt verkocht aan Peperzeel. Je hebt deze verkoop in gang gezet zonder een verkoopprijs te hebben opgevraagd. Laat staan dat je een maximale verkoopprijs hebt uitonderhandeld tussen verschillende opkopers. Daarbij heb je de opslagbakken van andere opkopers meegegeven aan Peperzeel, iets wat natuurlijk helemaal niet mag. Je hebt geen idee wat je aan het doen bent.
3.De gronden van de beslissing
enorme sprongen maakt”, maar dat [broer 2] juist een voorstander is van “
kleine stappen zetten”. [broer 1] meent daarentegen dat het noodzakelijk is voor de continuïteit van [de vennootschappen] en de door haar gedreven ondernemingen om te vernieuwen en het werkterrein uit te breiden, zoals met de inschrijving op de aanbesteding van gemeente Den Haag, maar dat [broer 2] de nodige besluitvorming daaromtrent verhindert.
er in de basis geen vertrouwen meer is tussen de twee broers in het bedrijf” en dat “
er ook geen ruimte meer is om samen, onder de huidige omstandigheden, een bedrijf te runnen” (zie 2.7). Partijen zijn het er inmiddels ook over eens dat een vruchtbare toekomstige samenwerking tussen hen niet meer mogelijk is en dat een ontvlechting van hun belangen de enige oplossing is voor de ontstane situatie. Hoewel de broers in de bestuursvergadering van 4 april 2024 hebben besloten hun samenwerking te beëindigen, de procesovereenkomst van 8 mei 2024 hebben ondertekend, en (tussen hun advocaten) concepten van een vaststellingsovereenkomst zijn uitgewisseld, is het hen niet gelukt om tot een ontvlechting te komen. Ook de poging van de broers om begin 2025 onder begeleiding van een mediator nog tot een vergelijk te komen, is gestrand. Gelet op het voorgaande valt niet te verwachten dat de broers er zelf in zullen slagen om in het belang van [de vennootschappen] tot een ontvlechting te komen. De broers verwijten elkaar over en weer gedragingen die schadelijk zijn voor [de vennootschappen] . De Ondernemingskamer kan niet vaststellen of alle verwijten terecht zijn, maar als in zoverre over en weer onvoldoende weersproken staat wel vast dat beide broers een bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan en het (laten) voortbestaan van de onwerkbare situatie. Het hierop betrekking hebbende bewijsaanbod van [aandeelhouder 2] wordt daarom als niet ter zake dienend en overigens onvoldoende concreet, gepasseerd. Beide broers hebben ter zitting desgevraagd verklaard dat zij elkaar niet meer “
kunnen luchten of zien” en dat dit geen tijdelijke situatie is, maar permanent en onomkeerbaar. Onbestreden is verder dat deze blijvend verstoorde verhouding tussen de broers een zeer nadelige invloed heeft op het functioneren van [vennootschap A] en dat instandhouding van de huidige (onwerkbare) situatie schadelijke gevolgen heeft en zal blijven hebben voor de aan [vennootschap A] verbonden onderneming en het personeel (zie 3.5 en 3.6).