ECLI:NL:GHAMS:2025:2276

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
200.350.602/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bestuurder in een enquêteverzoek en onmiddellijke voorziening in het ondernemingsrecht

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 14 augustus 2025, betreft het een beschikking van de Ondernemingskamer inzake een enquêteverzoek en een verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen. De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft een enquêteverzoek ingediend met betrekking tot het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen, die zijn aangeduid als [vennootschap A], [vennootschap B] en [vennootschap C]. De Ondernemingskamer heeft eerder op 7 augustus 2025 een onderzoek bevolen naar het beleid van de vennootschappen over de periode vanaf 1 januari 2020. Tevens is er een persoon benoemd tot bestuurder van [vennootschap A] en [vennootschap C] met beslissende stem, die zelfstandig bevoegd is om deze vennootschappen te vertegenwoordigen.

In de beschikking van 14 augustus 2025 heeft de Ondernemingskamer de eerder benoemde persoon, mr. P.J. Colijn, aangewezen als bestuurder. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door een panel van rechters, waaronder de voorzitter mr. A.W.H. Vink, en is openbaar uitgesproken door mr. J.M. de Jongh. De betrokken advocaten zijn mr. R.Q. Potter en C.R.B. Jonker, die optreden voor de verzoekster, en mr. M.M. Arts en mr. F.A.L. Canovai, die optreden voor de verweerders. De verweerders zijn niet verschenen tijdens de zitting.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.350.602/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 14 augustus 2025
inzake het enquêteverzoek en het verzoek tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[aandeelhouder 1],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mr. R.Q. Potteren
C.R.B. Jonker, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[vennootschap A],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[vennootschap B],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[vennootschap C] .,
allen gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
niet verschenen,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[aandeelhouder 2],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mr. M.M. Artsen
mr. F.A.L. Canovai, beiden kantoorhoudende te Den Haag
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • [vennootschap A] als [vennootschap A] ;
  • [vennootschap B] als [vennootschap B] ;
  • [vennootschap C] . als [vennootschap C] ;
  • [vennootschap A] , [vennootschap B] en [vennootschap C] gezamenlijk als de Vennootschappen of [de vennootschappen] .

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 7 augustus 2025.
1.2
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de Vennootschappen over de periode vanaf 1 januari 2020 en een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Daarnaast heeft de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding – voor zover nodig in afwijking van de statuten – een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van [vennootschap A] en [vennootschap C] met beslissende stem en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is [vennootschap A] en [vennootschap C] te vertegenwoordigen en dat zonder deze bestuurder [vennootschap A] en [vennootschap C] niet vertegenwoordigd kunnen worden.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als bestuurder, een en ander als bedoeld in de beschikking van 7 augustus 2025.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als bestuurder als bedoeld in de beschikking van 7 augustus 2025 in deze zaak:
mr. P.J. Colijn te Breda;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en mr. drs. G. Boon RA en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. D.I. Frans, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. J.M. de Jongh op 14 augustus 2025.