3.4.[geïntimeerde 3] ( [geïntimeerde 3] ) en Rolin hebben met ingang van 1 april 2017 een teeltovereenkomst gesloten die op 19 december 2017 schriftelijk is vastgelegd (hierna: de teeltovereenkomst), met [geïntimeerde 3] als opdrachtgever en Rolin als opdrachtnemer. In de teeltovereenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“
Artikel 1Onderwerp van de overeenkomst
1. Opdrachtnemer verbindt zich met ingang van 1 april 2017, op eigen kosten, alle werkzaamheden voor opdrachtgever te verrichten direct of indirect verband houdende met de teelt en verzorging van de pioenrozen, die door opdrachtgever in eigendom worden gehouden op deels wisselende percelen bouwland. Het totale areaal bedraagt bij aanvang circa 15 hectare (ca. 300.000 knollen), maar zal wegens wisseling van de percelen jaarlijks kunnen fluctueren.
2. Opdrachtnemer zal voorts, op eigen kosten, zorg dragen voor alle werkzaamheden direct of indirect verband houdende met het snijden van de bloemen en het veilingklaar maken daarvan, zodra de bloemen tot voldoende wasdom zijn gekomen.
3. Opdrachtnemer draagt tenslotte, op eigen rekening en risico, zorg voor het vervoer en de verkoop van de pioenrozen op de veiling, alsmede voor de incassering van de opbrengst op eigen naam.
(…)
Artikel 3Vergoedingen en kosten voor opdrachtnemer
1. Alle bloemen, die het gewas tezijnertijd zullen dragen en de daaruit te verkrijgen opbrengsten komen, behoudens het bepaalde in artikel 3 lid 3, bij wijze van vergoeding uitsluitend toe aan opdrachtnemer, die zorg draagt voor afdracht van de daarover verschuldigde BTW;
2. Zowel de omvang van deze opbrengst, als de termijn waarop en waarover deze zal kunnen worden verkregen, komen geheel voor risico van opdrachtnemer;
3. Opdrachtgever zal jaarlijks, voor het eerst met ingang van 1 januari 2018, de bloemen van 2 hectare pioengewas van het in artikel 1 lid 1 bedoelde areaal, zelf en voor eigen rekening en risico ter veiling van zijn keuze (doen) aanbieden en (doen) verkopen, waarvan de opbrengst uitsluitend aan opdrachtgever toekomt.
4. Alle opplant-, teelt-, bewerkings-, spuit- snij- en andere kosten die opdrachtnemer heeft gemaakt in verband met de verzorging van de in lid 3 genoemde 2 hectare pensioengewas (het hof leest: pioengewas), zullen door opdrachtgever op basis van factuur aan opdrachtnemer worden vergoed. Desbetreffende kosten worden, rekening houdende met de vaste en variabele kosten, begroot op een gemiddelde van € 10.000,- (
tienduizend euro) per hectare.
5. Opdrachtgever stelt aan opdrachtnemer een zgn. spray-cart ter beschikking tegen betaling van een vergoeding van € 2.000,- (
tweeduizend euro) per jaar.
6. Opdrachtnemer maakt jegens opdrachtgever geen aanspraak op enige andersluidende of bijkomende vergoedingen.
Artikel 4Duur van de overeenkomst en beëindiging
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, doch bij ongewijzigde omstandigheden bedraagt de feitelijk te verwachten looptijd 5 tot maximaal 10 jaar. In zoverre dient deze overeenkomst als een raamovereenkomst te worden beschouwd, welke als uitgangspunt heeft te gelden voor de jaarlijks tussen partijen te maken afspraken.
2. De overeenkomst kan, behoudens de hierna volgende uitzonderingen, te allen tijde door opdrachtnemer en opdrachtgever worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste één vol oogstseizoen, tegen het einde van dat oogstseizoen.
(…)
5. Indien één der partijen ernstig tekort schiet in de nakoming van diens verplichtingen jegens de andere partij en niet binnen veertien dagen, nadat de andere partij hem schriftelijk in gebreke heeft gesteld, alsnog voor een juiste nakoming van deze overeenkomst zorg draagt, dan zal de andere partij deze overeenkomst met onmiddellijke ingang door opzegging kunnen beëindigen, een en ander onverminderd eventuele aanspraken van de opzeggende partij op schadevergoeding.
(…)
7. Opdrachtgever is gerechtigd deze overeenkomst eenzijdig en met onmiddellijke ingang op te zeggen, indien op enig moment naar de gebruikelijke bedrijfskundige en boekhoudkundige maatstaven mocht blijken, dat de onderneming van opdrachtnemer onvoldoende levensvatbaar is geworden.
8. Indien partijen van mening verschillen over de levensvatbaarheid van de onderneming van B [hof: opdrachtnemer], dan zal iedere partij (…) binnen één week na constatering van het geschil een deskundige benoemen, die op hun beurt een derde deskundige benoemen, om gedrieën bij wijze van bindend advies binnen één maand een oordeel te geven over de levensvatbaarheid van de onderneming.
9. Opdrachtnemer is gehouden om bij beëindiging van deze overeenkomst door opzegging of op andere wijze, de opdrachtgever dan wel diens rechtsopvolgers onvoorwaardelijk en zonder recht op verrekening in het bezit te stellen van alle pioenknollen (te velde en gerooid), die opdrachtgever in eigendom toebehoren, tezamen met een gedetailleerd verslag van de teelt en
de bewerkingen, die het gewas in het afgelopen teeltjaar heeft ondergaan.”