Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3. Feiten
Hiermee verklaren wij, ADA Groep BV, dat bij ons in dienst is de heer [appellant] (…). De heer [appellant] is sinds 01-09-2020 in loondienst. De heer [appellant] is gerechtigd te rijden in de auto met kenteken [x] (Volkswagen Golf).”
“
De door mij geschreven en aan de heer [appellant] afgegeven brief waarin staat dat hij gerechtigd is te rijden in de auto met kenteken [x] (Volkswagen Golf) geeft een vertekend beeld.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
grief 4komt [appellant] op tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellant] de vraag welke werkzaamheden hij gedurende al die jaren heeft verricht slechts in algemene zin heeft beantwoord, zodat onduidelijk is gebleven of hij al die jaren daadwerkelijk heeft gewerkt. [appellant] meent dat indien de kantonrechter verdere vragen had over zijn werkzaamheden, zij die had moeten stellen.
grief 5heeft [appellant] aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte heeft verzuimd te overwegen dat [appellant] een groot aantal producties heeft overgelegd die volgens [appellant] werkgerelateerde e-mails zijn over de periode vanaf april 2013 tot en met 2020.