Uitspraak
mrs. C.F. Kloosteren
I. Wassenaar, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. T.S. Jansenen
M. Nuijten, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. M. Musscheen
K. Notenboom, kantoorhoudende te Utrecht,
1.Het verloop van het geding
sale and lease backovereenkomst ten onrechte is opgenomen in de lijst van onderzoeksonderwerpen en dat zij graag verneemt in hoeverre dit leidt tot aanpassing van de begroting. Voorts heeft Ezdehar laten weten geen commentaar te hebben op de uurtarieven en de inschakeling van ondersteuning als vermeld in het concept plan van aanpak.
2.De gronden van de beslissing
de sale and lease backtransactie en de bestemming van de opbrengsten daarvan.
sale and lease backovereenkomst betreft. Nu deze overeenkomst is gesloten en uitgevoerd door de Egyptische dochtervennootschap van Carnegie, en nu de Ondernemingskamer volgens Ezdehar heeft bepaald dat dit onderwerp buiten de reikwijdte van het onderzoek valt, is het naar de mening van Ezdehar onjuist dat dit onderwerp desondanks in de lijst van onderzoeksonderwerpen is opgenomen. Omdat Carnegie (voor zover Ezdehar weet) geen bemoeienis had met de
sale and lease backovereenkomst is er, naar de mening van Ezdehar, ook anderszins geen reden is om dit onderwerp bij het onderzoek te betrekken, wat volgens Ezdehar een kostenbesparing met zich zou moeten meebrengen.
sale and lease backtransactie door de Ondernemingskamer niet is aangemerkt als een onderwerp dat buiten de reikwijdte van het enquêterecht valt, (ii) de
sale and lease backtransactie plaatsvond midden in de onderzoeksperiode en (iii) dat de Ondernemingskamer daarnaast uitdrukkelijk heeft geoordeeld “
dat het de onderzoeker vrij staat feiten en omstandigheden te betrekken buiten [de onderzoeksperiode] en/of op Alunile KSA en Alunile Egypt voor zover dit dienstig is aan het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Carnegie.” Voorts heeft Ekuity erop gewezen dat, indien Carnegie niet zou beschikken over voldoende liquide middelen om het voorschot van de onderzoeker te voldoen, de aandeelhouders gehouden zijn dit bedrag zelf pro rata te bekostigen. Ter zitting hebben Ezdehar en Ekuity zich daartoe bereid verklaard, en op 13 augustus 2025 heeft Ezdehar – evenals Ekuity – op verzoek daartoe van Trustmoore (nogmaals) per e-mail bevestigd dat zij pro rata zal bijdragen aan (onder meer) de kosten voor het onderzoek (door Trustmoore geschat op € 75.000), aldus Ekuity.