ECLI:NL:GHAMS:2025:2675
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- B.E. Dijkers
- A.M. Koolen - Zwijnenburg
- L. Daum
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake drugshandel met cocaïne
Op 7 oktober 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 14 juli 2025 werd uitgesproken. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1973, die is aangeklaagd voor drugshandel, specifiek de invoer van cocaïne. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar heeft de bewijsmiddelen en de strafmaatmotivering aangevuld. De verdachte was gedetineerd en het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging voerde aan dat deze straf zwaarder was dan gebruikelijk in vergelijkbare zaken, en verwees naar de medische omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft echter geoordeeld dat de opgelegde straf niet zwaarder is dan in vergelijkbare zaken en dat de bijzondere voorwaarden voor de voorwaardelijke invrijheidsstelling noodzakelijk zijn voor de begeleiding van de verdachte. Het hof heeft de straf bevestigd, met inachtneming van de oriëntatiepunten voor de invoer van harddrugs, en heeft geen aanleiding gezien om van de strafmaat af te wijken. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de oudste en jongste raadsheer niet in staat waren het arrest mede te ondertekenen.