Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[erflaatster],
- [zus] , de zus van appellant, wonende te [plaats C] (hierna: de zus);
- [broer] , wonende te [plaats C] , de broer van appellant (hierna: de broer).
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster, de moeder van appellant, die op 24 april 2023 is overleden. De notaris was bij testament van 19 juli 2017 benoemd tot executeur van de nalatenschap. Appellant, de erfgenaam, heeft de kantonrechter verzocht om de notaris te ontslaan als executeur wegens gewichtige redenen. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen, waarop appellant in hoger beroep is gegaan. Het hof heeft vastgesteld dat de afwikkeling van de nalatenschap enkele onvolkomenheden vertoont, maar dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat de notaris haar taak als executeur niet goed heeft vervuld. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij het verzoek van appellant om ontslag van de notaris is afgewezen. Het hof heeft wel bepaald dat de notaris de berekening van het kindsdeel van appellant en de legitieme van de erfgenamen moet corrigeren en een gewijzigde aangifte erfbelasting moet doen. De kosten in hoger beroep zijn gecompenseerd.