ECLI:NL:GHAMS:2025:2874
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de verdachte in een zaak van mishandeling met noodweersituatie
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 2008, was beschuldigd van mishandeling van zijn buurvrouw, waarbij hij haar een klap had gegeven. De zaak kwam voort uit een escalatie van een conflict tussen de gezinnen van de verdachte en de aangeefster. Tijdens de zitting in hoger beroep werd bewijs gepresenteerd in de vorm van camerabeelden van de deurbelcamera, die de gebeurtenissen rondom de mishandeling vastlegden. De verdachte voerde aan dat hij handelde uit noodweer, omdat hij zich bedreigd voelde door de aangeefster en haar partner, die met een voorwerp in de hand aanwezig was. Het hof oordeelde dat de verdachte onder de gegeven omstandigheden een beroep op noodweer toekwam, omdat hij reageerde op een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde mishandeling, omdat de wederrechtelijkheid niet bewezen kon worden. De vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de mishandeling.