ECLI:NL:GHAMS:2025:2877
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter Amsterdam met betrekking tot vordering tenuitvoerlegging
Op 28 augustus 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 mei 2024 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1980, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, die thans gedetineerd is. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. Deze vordering, die betrekking heeft op een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd bij vonnis van 19 februari 2024, is door het hof afgewezen. Het hof overweegt dat de beoordeling van de vordering tot tenuitvoerlegging beter kan plaatsvinden in het kader van een andere zaak waarin de verdachte ook betrokken is, met parketnummer 13-093398-25, waarin een ISD-maatregel is opgelegd. Het hof heeft artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toegevoegd aan de toepasselijke wettelijke voorschriften. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S.M. Schouten, en is openbaar uitgesproken.