ECLI:NL:GHAMS:2025:2903
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijspraak in zaak van winkeldiefstal en mishandeling met toepassing van ISD-maatregel
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 mei 2024. De verdachte, geboren in 2000 en thans gedetineerd, was in eerste aanleg vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, waaronder winkeldiefstal en mishandeling. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak, op basis van artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk. De advocaat-generaal had in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden geëist. De raadsvrouw van de verdachte pleitte voor geen straf of maatregel, verwijzend naar een lopende ISD-maatregel.
Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan winkeldiefstal en mishandeling, maar dat gezien de reeds opgelegde ISD-maatregel en eerdere veroordelingen, het passend was om geen nieuwe straf of maatregel op te leggen. Het hof baseerde zijn beslissing op de ernst van de feiten, de omstandigheden en het strafblad van de verdachte. De beslissing om geen straf op te leggen werd gerechtvaardigd door de reeds lopende proeftijd van de verdachte in een andere zaak.