In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1989, was eerder vrijgesproken van de mishandeling van een tweede hond, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen de partiële vrijspraak. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de tweede hond. De tenlastelegging betrof dierenmishandeling van een bruin/witte hond op 9 juli 2022 in Amsterdam, waarbij de verdachte de hond zonder redelijk doel pijn heeft gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte haar hond meerdere keren heeft geslagen, wat op camerabeelden is vastgelegd. De advocaat-generaal heeft gevorderd tot bewezenverklaring, terwijl de raadsvrouw pleitte voor vrijspraak. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de dierenmishandeling en het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van €500 en 10 dagen hechtenis, met een voorwaardelijke proeftijd van één jaar. Tevens is de hond verbeurd verklaard, gezien de ernst van de mishandeling en het welzijn van het dier. Het hof heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, maar oordeelde dat de straf proportioneel was, gezien de ernst van de feiten.