ECLI:NL:GHAMS:2025:3032

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
23-001795-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake bewijsuitsluiting en vrijspraak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 26 juli 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 1999, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor de tenlastegelegde feiten zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken. De raadsman stelde dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, omdat de verbalisanten zonder toestemming in de rugzak van de verdachte hadden gekeken. Hij betoogde dat de verbalisanten niet hadden mogen aannemen dat de verdachte hen goed had begrepen toen zij in het Engels vroegen of zij in zijn rugzak mochten kijken. Het hof heeft het verweer van de raadsman verworpen. Het hof oordeelde dat de gedragingen van de verdachte, waarbij hij zijn rugzak oppakte en deze aan de verbalisanten overhandigde met de woorden "Yes, can look", door de verbalisanten konden worden geïnterpreteerd als toestemming om de rugzak te doorzoeken. Hierdoor was er volgens het hof geen sprake van een vormverzuim ex artikel 359a Sv. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de bespreking van het verweer in hoger beroep.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001795-24
datum uitspraak: 6 november 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 26 juli 2024 in de strafzaak onder parketnummer 13-195033-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1999,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 23 oktober 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 en feit 2 subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken met aftrek

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof het vonnis aanvult met de bespreking van een in hoger beroep gevoerd verweer. Ook heeft het hof artikel 63 Sr toegepast.

Bespreking bewijsverweer

De raadsman heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv, omdat de verbalisanten zonder toestemming van de verdachte in zijn rugzak hebben gekeken. Volgens de raadsman hadden de verbalisanten er niet van mogen uitgaan dat de verdachte hen goed had begrepen toen zij hem in de Engelse taal vroegen of zij in zijn rugzak mochten kijken. Volgens de raadsman moet bewijsuitsluiting volgen, nu het gaat om ernstig verzuim, waardoor de ten laste gelegde feiten niet bewezen kunnen worden en de verdachte moet worden vrijgesproken.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
Het proces-verbaal van bevindingen van 13 juni 2024 houdt in dat de verbalisanten in de Engelse taal aan de verdachte hebben gevraagd of zij in zijn rugzak mochten kijken, waarna de verdachte zijn rugzak oppakte en aan de verbalisanten overhandigde met de woorden “Yes, can look”. Het hof is van oordeel dat deze gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm door de verbalisanten konden worden geïnterpreteerd als toestemming om de rugzak te doorzoeken, waardoor geen sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.J. van der Wilt, mr. P.J. van Eekeren en mr. M.K. Durdu-Agema, in tegenwoordigheid van mr. R.J.C. Wegerif, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 november 2025.
Mr. M.K. Durdu-Agema is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]