Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
first offendervan bedreiging een geldboete van € 350,00 genoemd. Het feit dat de bedreiging gericht was tegen aangever in zijn hoedanigheid als advocaat maakt dat sprake is van een dusdanige strafverzwarende omstandigheid dat het hof niet zal volstaan met het opleggen van geldboete maar het passend en geboden vindt een taakstraf op te leggen;
een taakstraf voor de uur van zestig dagenvervangt door
een taakstraf voor de duur van 60 uren;
- een proces-verbaal van aangifte van 28 maart 2024, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] , doorgenummerde pagina’s 6-9 en
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 29 oktober 2025.
Vordering tenuitvoerlegging
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 2.839,00
BESLISSING
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schadeaf.
€ 400,00 (vierhonderd euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.