In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 2 september 2024 was gewezen. De verdachte was beschuldigd van mishandeling, gepleegd op 15 juli 2023 te Zaandam, gemeente Zaanstad. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie dagen, een taakstraf van veertig uren, en indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, kan deze worden vervangen door twintig dagen hechtenis. Daarnaast is er een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 220,52 heeft geëist, bestaande uit materiële en immateriële schade. Het hof heeft de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, wat betekent dat deze alleen bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. De wettelijke rente over de schadevergoeding is vastgesteld vanaf de datum van de mishandeling, 15 juli 2023. Het hof heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.