In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van openlijk geweld gepleegd op 4 september 2021 op het perron van NS Station Zandvoort, na afloop van een Formule 1 evenement. De tenlastelegging omvatte geweld tegen twee personen, waarbij de verdachte zou hebben geslagen, geschopt en vastgepakt. Tijdens de zitting in hoger beroep op 14 januari 2025 heeft het hof de verklaringen van de verdachte, zijn zonen en de aangevers gehoord. De aangevers konden zich het voorval niet goed herinneren, en er waren geen andere getuigenverklaringen beschikbaar. Het hof concludeerde dat de verdachte niet met voldoende zekerheid kon worden aangemerkt als iemand die in vereniging geweld heeft gepleegd. De enkele aanwezigheid van de verdachte in een groep die geweld pleegt, was niet voldoende om hem als dader aan te merken. Het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij het tenlastegelegde feit had begaan, en sprak hem vrij. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg was ingediend, niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte was vrijgesproken. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.