Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 2] ,
[appellant 3] ,
[appellant 4] ,
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Voor wat betreft de koopovereenkomst[hof: straatnaam]
te[hof: naam gemeente]
is er een correctie in Artikel 12 “Inschrijving koopovereenkomst”.
De leveringsakte zal worden verleden binnen twee (2) weken nadat het Verkochte vrij en onbezwaard alsmede vrij van aantekeningen in de zin van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten geleverd kan worden, doch niet vóór twee januari tweeduizend eenentwintig (02-01-2021), of zoveel eerder of later partijen nader overeenkomen, ten overstaan van één van de (toegevoegd)notarissen verbonden aan [notariskantoor] te [vestigingsplaats], of een waarnemer of opvolger.”
Partijen gevengeenopdracht aan de notaris om de koop in te schrijven in de daartoe bestemde openbare registers van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers door aanbieding van een afschrift van dit koopcontract aan de bewaarder van het betreffende kantoor van voormelde Dienst, waaronder in verband met de Wet voorkeursrecht gemeenten.”
Geachte heer[hof: naam notaris],
Geachte heer[hof: naam notaris],
Geachte heer[hof: naam kandidaat-notaris],
van uw kantoor hierover bericht en bevestigd, zie ons mail van hedenmorgen om 11.15 uur.”
Geachte heer[hof: naam kandidaat-notaris],
Geachte heer[hof: naam kandidaat-notaris],
u wel bekend.
Goedemiddag,
4.De klacht
5.Beoordeling
geenopdracht”. De tekst van de partijafspraak is daarmee sowieso duidelijk en met de aangebrachte onderstreping in de tekst had voor de notarissen kenbaar moeten zijn dat het initiatief voor het verlenen van een opdracht tot inschrijving van de koopovereenkomsten dus niet meer alleen bij [bedrijf 1] gelegen kon zijn.
op zich juridisch en anderszins geen enkel beletsel” oplevert. Ook heeft hij verklaard dat “
er niets tegen in valt te brengen” (…), “
juridisch mag het wel” en “
de geleerden denken daar anders over” (waarmee werd bedoeld dat de koopovereenkomsten wel zouden mogen worden ingeschreven). De notaris heeft ten slotte tegenover klagers verklaard dat niemand door de inschrijving benadeeld zou worden en dat de inschrijving zelfs in het belang van klagers zou zijn. De notarissen hebben op geen enkel moment navraag gedaan bij klagers op basis waarvan deze van oordeel waren dat de koopovereenkomsten niet mochten worden ingeschreven; evenmin hebben zij klagers voldoende ruimte geboden om een advocaat te raadplegen.