Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere (diepe) steekverwondingen en/of een klaplong, heeft toegebracht door meermalen met een of meerdere mes(sen) in de rug en/of de lies, in elk geval het lichaam, van [benadeelde 1] te steken/snijden;
hij op of omstreeks 6 juli 2021 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, [benadeelde 2]
- een mes aan die [benadeelde 2] te tonen en/of
- (vervolgens) die [benadeelde 2] vast te pakken (terwijl hij, verdachte, over die [benadeelde 2] buigt,) en/of
- die [benadeelde 2] mee te nemen / sleuren en/of
- een mes op het lichaam (ter hoogte van de buik) van die [benadeelde 2] te richten en/of
- (vervolgens) (in de Farsi taal) dreigend de woorden toe te voegen: ‘als je [naam] belt,
Vonnis waarvan beroep
Geen voorbedachte raad: vrijspraak poging tot moord
Vrijspraak vijfde gedachtestreepje feit 3
Bewezenverklaring
hij op 6 juli 2021 te Amstelveen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
hij 6 juli 2021 te Amstelveen [benadeelde 2] (geboren op [geboortedag 2] 2017) heeft bedreigd met zware mishandeling, door
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
- een Pro-Justitia psychologisch onderzoek van 17 januari 2025 opgemaakt door drs. A.J. Klumpenaar (GZ-psycholoog);
- een reclasseringsadvies tbs met voorwaarden van 15 januari 2025, opgemaakt door mw. A. Bles .
Oplegging van straf en maatregel
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
het hof herstelt een rekenfout). De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 30.249,00, bestaande uit € 10.249,00 aan materiële schade en € 20.000,00 aan immateriële schade. De benadeelde partij heeft de vordering bij monde van haar advocaat ter terechtzitting in hoger beroep nader toegelicht en daarbij medegedeeld dat de vordering wordt gehandhaafd c.q. ingeperkt tot het door de rechtbank toegewezen bedrag.
.Gelet op de aard en ernst van het door de benadeelde partij opgelopen lichamelijke letsel en de door haar beschreven en gediagnosticeerde psychische gevolgen van het bewezenverklaarde zoals die thans in voldoende mate vaststaan, wijst het hof een bedrag van € 20.000,00 aan immateriële schade toe. Daarbij heeft het hof acht geslagen op bedragen die in vergelijkbare gevallen worden toegekend.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
- de verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
- de verdachte werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
de verdachte laat zich opnemen in een FPK/FPA of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de behandelaren en de reclassering dat nodig vinden;
dadelijk uitvoerbaarzijn.
€ 30.249,00 (dertigduizend tweehonderdnegenenveertig euro) bestaande uit € 10.249,00 (tienduizend tweehonderdnegenenveertig euro) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 30.249,00 (dertigduizend tweehonderdnegenenveertig euro) bestaande uit € 10.249,00 (tienduizend tweehonderdnegenenveertig euro) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriëleschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
186 (honderdzesentachtig)dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
€ 22.500,00 (tweeëntwintigduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 22.500,00 (tweeëntwintigduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
147 (honderdzevenenveertig)dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.