ECLI:NL:GHAMS:2025:500

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 februari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
23-001524-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en aanvullende bewijsoverwegingen in strafzaak met betrekking tot wapens en munitie

Op 10 februari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2003, die in hoger beroep was gegaan tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de beslissingen over het beslag, maar heeft het vonnis voor het overige bevestigd. De zaak betreft overtredingen van de Wet wapens en munitie. Het hof heeft aanvullende bewijsoverwegingen geformuleerd met betrekking tot twee feiten en heeft de kwalificatie van het bewezenverklaarde verbeterd. De verdachte was gedetineerd en had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 9 mei 2023. Tijdens de zitting op 27 januari 2025 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die dezelfde straf als in eerste aanleg had gevorderd. Het hof heeft de verklaringen van getuigen en de advocaat-generaal in overweging genomen en heeft de bewijsmiddelen aangevuld met een verklaring van een verbalisant. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in strijd heeft gehandeld met de Wet wapens en munitie, en heeft verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de rechters N.R.A. Meerbeek, S.M.M. Bordenga en M.J.A. Duker aanwezig waren. De griffier was D. de Jong. Het arrest is openbaar uitgesproken op de zitting van 10 februari 2025.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001524-23
datum uitspraak: 10 februari 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 mei 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-252898-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 2003,
adres: [adres],
thans gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 januari 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behoudens de beslissingen ten aanzien van het beslag, en met dien verstande dat het hof:
  • het bewezen verklaarde verbeterd kwalificeert als hieronder vermeld, terwijl dit ondanks het daardoor lagere toepasselijke wettelijke strafmaximum de waardering van de ernst van het feit geenszins anders maakt;
  • de toepasselijke wetsartikelen aanvult met artikel 36c Wetboek van Strafrecht;
  • de verklaring van verbalisant [verbalisant] bij de raadsheer-commissaris van 29 mei 2024 aan de bewijsmiddelen toevoegt (weergegeven in - Bijlage I);
  • een aanvullende bewijsoverweging formuleert ten aanzien van feit 1;
  • een aanvullende bewijsoverweging formuleert ten aanzien van feit 2.
Hetgeen in hoger beroep is aangevoerd vindt zijn weerlegging in de motivering van het vonnis en hetgeen hiervoor is aangevuld.

Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van feit 1

Het hof voegt na de zin
“Deze verklaring staat […] bij de politie en rechter-commissaris.”in de eerste alinea op pagina 3 van het vonnis de volgende overweging toe:
Daar kan nog aan worden toegevoegd dat de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangevoerd dat het slot van zijn kamer kapot was, hetgeen niet strookt met zijn eerdere verklaring ter terechtzitting in eerste aanleg dat hij en de andere bewoners geen sloten op de deur hadden.

Aanvullende bewijsoverweging ten aanzien van feit 2

Het hof voegt na de zin
“Er zijn daarbij […] namelijk een Ekol en een Crvena Zastava.”in de vierde alinea op pagina 3 van het vonnis de volgende overweging toe:
De conclusie dat die wapens echt zijn wordt niet anders door de inhoud van de verklaring die verbalisant [verbalisant] op 29 mei 2024 bij de raadsheer-commissaris heeft afgelegd.

Kwalificatie ten aanzien van het bewezenverklaarde

Het hof leest de door de rechtbank gegeven kwalificatie ten aanzien van het bewezenverklaarde als volgt:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
en
handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Beslag

Onder de verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
goednummer 6101883, telefoon, Samsung,
goednummer 6101888, telefoon, Samsung,
goednummer 6102804, wapenkoffer,
goednummer 6101890, patroonhouder,
5. goednummer 6102803, pistool (gab),
6. goednummer 6102800, 2x patroon (browning).
Verbeurdverklaring
Met betrekking tot de Samsung telefoons en de wapenkoffer en de patroonhouder (weergegeven onder nummer 1,2 en 3) geldt dat het bewezenverklaarde is begaan met behulp van deze in beslag genomen voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Met betrekking tot het pistool en de browning patronen (weergegeven onder nummer 5 en 6) geldt dat ondanks het ontbreken van bewijs voor betrokkenheid van de verdachte is komen vast staan dat het voorhanden hebben ervan door enig ander onbekend gebleven persoon een strafbaar feit oplevert en dat feit dus ook is begaan met behulp van deze in beslag genomen voorwerpen. Zij zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet. Ten aanzien van de patroonhouder (weergegeven onder nummer 4) overweegt het hof dat het bewezenverklaarde is begaan met behulp van dit voorwerp. De patroonhouder zal aan het verkeer worden onttrokken aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis ten aanzien van de beslissingen over het beslag.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- goednummer 6101883, telefoon, Samsung,
- goednummer 6101888, telefoon, Samsung, en
- goednummer 6102804, wapenkoffer,
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- goednummer 6102803, pistool (gab), en
- goednummer 6102800, 2x patroon (browning), en
- goednummer 6101890, patroonhouder.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N.R.A. Meerbeek, mr. S.M.M. Bordenga en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 februari 2025.
Mrs. N.R.A. Meerbeek en M.J.A. Duker zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Bijlage I: Toevoeging aan bewijsmiddelen

Een proces-verbaal van verhoor van getuige [verbalisant] door de raadsheer-commissaris van
29 mei 2024, vastgesteld en ondertekend door raadsheer-commissaris J.J.I. de Jong.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde getuige, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij met hoeveel procent zekerheid ik uitspraken kan doen over wapens op beeldmateriaal waarop geen proefbankteken te zien is, maar waarbij wel in de loop gekeken kan worden en er een slagpin te zien is. Ik leg u uit dat wij veel films krijgen waarop met een wapen wordt gezwaaid. Daarvan maken wij dan stills en kijken of wij iets kunnen zien van het merk of type van het wapen. Ook kijken wij of er sprake kan zijn van een gasalarmpistool of een omgebouwd wapen (dat wil zeggen: van ongeschikt voor het afschieten van projectielen naar geschikt). Dat is toch wel met 99,9% zekerheid.
U vraagt mij of ik mij nu kan herinneren welk beeldmateriaal ik in deze zaak heb bestudeerd. Ja, dat is ook het beeldmateriaal dat ik vandaag heb meegenomen. Ik zal u dit beeldmateriaal straks geven. U zegt mij dat u dit beeldmateriaal zult nummeren van 1 tot en met 8 en dat u dat zult hechten aan dit proces-verbaal. Ik ga er vanuit dat ik geen bewegende beelden heb ontvangen.
U vraagt mij of ik mij nog specifiek kan herinneren hoe het op pagina 25-26 van mijn proces-verbaal genoemde onderzoek aan het Ekol pistool is verlopen. Ik kan mij herinneren dat daarover vanuit het onderzoeksteam de vraag is binnen gekomen of het hier om een scherp schietend of alarmpistool ging. Op de foto op pagina 26 zie ik een aantal kenmerken op het vuurwapen die specifiek zijn voor het merk Ekol. Ekol is een fabrikant die alleen gasalarmpistolen fabriceert. Ook het model kan ik op de foto zien: een special 99. Elk wapen heeft bijzondere kenmerken, zoals de stand van de groeven op de slede. Vervolgens ga ik daar onderzoek naar doen aan de hand van vergelijkingsmateriaal. Daarnaast heb ik gekeken naar wat er bij het wapen lag. In dit geval was er op die foto los een bijbehorend patroonmagazijn met eenheidsmunitie (een patroon met een kogel) te zien. U vraagt mij welke conclusie ik daaruit trek. Dat het vermoedelijk een omgebouwd vuurwapen is. Aan die conclusie heeft ook bijgedragen dat ik over nog meer foto’s van munitie beschikte. Daarbij ging het om centraalvuur-munitie.
U vraagt mij naar de munitie die ik op pagina 27 heb beschreven als zijnde “vermoedelijk 7.65 mm browning” en wat ik bedoel met het woord vermoedelijk. Ik leg u uit dat 80% van de knalvuurwapens plegen te worden omgebouwd tot vuurwapens en wel door er een loop in te plaatsen van hetzij het kaliber 7.65 mm, hetzij het kaliber 99 mm kort. U vraagt mij hoe ik weet dat in dit geval om het kaliber van 7.65 mm gaat. Scherpe patronen van dat kaliber zijn net zo groot als knalpatronen die in gasalarmpistolen worden gebruikt. Die scherpe patronen hoeven dus niet te worden gemanipuleerd om in een omgebouwd gasalarmpistool te kunnen worden afgeschoten. Scherpe patronen van het kaliber 99 mm kort moeten wel worden gemanipuleerd omdat die groter zijn dan knalmunitie voor gasalarmpistolen. Het projectiel moet dan verder in de huls geslagen worden. Omdat bij de munitie op de foto niet te zien is dat het projectiel naar binnen is geslagen kom ik tot de conclusie dat het om munitie van het kaliber van 7.65 mm gaat. U zegt mij dat u mij nu vragen wilt stellen over het vuurwapen van het merk CZ (
het hof begrijpt: Crvena Zastava) dat ik in mijn proces-verbaal op pagina 28 heb beschreven.
Dat onderzoek is ongeveer op dezelfde manier gegaan als bij het vorige wapen. Ook van dit wapen heb ik de foto’s die zich in het Pdf-bestand bevonden bestudeerd. Op foto 6 die ik heb meegenomen, die niet in het proces-verbaal is opgenomen maar die ik vandaag wel heb meegenomen, kon ik het merk en het model van het wapen bijna lezen. Je moet weten waar je naar moet kijken, maar als je dat dan doet en een vergelijking maakt met de gegevens die bij ons van wapens van dat merk en type bekend zijn wordt duidelijk om welk wapen het gaat. In dit geval gaat het om een origineel pistool van het merk CZ dat in Joegoslavië wordt gefabriceerd.
U houdt mij voor dat ik in mijn proces-verbaal heb opgenomen dat bij dit wapen, anders dan in een eerder proces-verbaal was opgenomen, geen sper maar een afsluiter met slagpin te zien is, en vraagt mij of ik nog weet hoe het onderzoek naar de loop is verlopen. Foto 7 die ik heb meegenomen is duidelijker dan de foto die in het proces-verbaal is opgenomen. Daarop kunt u zien dat het gaat om een open loop met slagpin. Ook is daarop een patroontrekkerhaak te zien. Daaruit kan ik de conclusie trekken dat een scherp schietend voorwerp is.
Ik weet niet hoe het gekomen is dat in een eerder proces-verbaal erover wordt gesproken dat het wapen een sper had. Ik kan mij die vergissing ook niet goed voorstellen, omdat het vuurwapen van het merk CZ alleen als scherp schietend voorwerp word geproduceerd.
Ook nadat ik vandaag mijn proces-verbaal van 25 september 2021 nog eens heb doorgelezen kan ik u zeggen dat ik nog steeds sta achter de conclusies dat ik daarin heb vermeld.