Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Op de zaak betrekking hebbende stukken (8:42 Awb)
gemaakt. Anders dan eiser betoogt is de rechtbank van oordeel dat artikel 6:17 van de Awb geen verdergaande verplichting voor verweerder tot toezending van stukken met zich brengt. Artikel 40, tweede lid, van de Wet WOZ brengt mee dat verweerder het taxatieverslag gedurende de bezwaarfase dient te overleggen, hetgeen is gebeurd. De stelling van eiser dat het taxatieverslag onvolledig is kan de rechtbank niet volgen. verweerder heeft daarom voldaan aan zijn verplichtingen op grond van de artikelen 7:4 en 6:17 van de Awb en artikel 40, tweede lid, van de Wet WOZ (vgl. Hof Amsterdam 22 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:499).
5.Beoordeling van het geschil in hoger beroep
6.Kosten
- bezwaarfase: 2 punten (proceshandelingen: bezwaarschrift en hoorzitting) x € 647 x 1 (wegingsfactor) = € 1.294; en
- beroep en hoger beroep: 4 punten (proceshandelingen: hogerberoepschrift en verschijnen ter zitting van het Hof) x € 907 x 1 (wegingsfactor) = € 3.628.
7.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de waarde van de woning tot € 493.000;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een totaalbedrag van € 5.050; en
- draagt de heffingsambtenaar op het voor het instellen van beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 185 aan belanghebbende te vergoeden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.