Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Vraag: Hoe was het proces van betalingen en autorisaties van de kwaliteitsrekeningen?
mij de bewaringspositie te laten zien. Dat is het saldo van de kwaliteitsrekening. Die moet namelijk altijd positief zijn. Dit gebeurde niet op basis van het saldo van de bankrekening, doch in het systeem van AFAS. Mij werd dan de kolom “bewaringspositie” getoond. Die was altijd in de bandbreedte van een ton en drie ton. Dat gaf mij een comfortabel gevoel. Ik deed dit enkele malen per maand.
en hij verstrekte ons een uitgebreide rapportage die in c.c. naar de accountant ging. Dit betrof omzet op zaaks niveau en de kosten helemaal uitgesplitst. (…) Ook stond daarop vermeld de balans en de bewaringspositie. Niet alleen ontving BDO iedere maand, maar ook BFT ontving ieder kwartaal onze financiële gegevens waaruit ook steeds een positieve bewaringspositie bleek.
Grootschalige fraude bij notariskantoor [plaats 1] : boekhouder drukte dik 3 miljoen euro achterover” en “
‘ [naam 4] ’ stak drie miljoen in eigen zak”. In deze berichten is telkens vermeld dat het om [bedrijf 1] ging.
Ik zette er meestal een zaaknummer bij. Ik nam dat van een andere zaak en nam daarvan ook de naam van de begunstigde en de omschrijving. Ik vermeldde alleen een zakelijke rekening van mij. (…)
Op maandag 25 april 2022 wordt een bedrag van € 80.211,02 vanuit dossier [nummer 12] uitgeboekt aan [naam 5] op bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] met omschrijving “[nummer 12] saldo afrekening dd 21 april 2022 inzake hypotheek [straat] te [plaats 2]
”.
”.
De overgemaakte bedragen verliepen vanaf medio mei 2015 voor het merendeel door de betaling te boeken op rekening [nummer 1] PA Rekening saldo en daarna door te boeken naar rekening [nummer 3] rekening. Rekening [nummer 3] is een zogenoemde bankrekening en is in AFAS gekoppeld aan de “Bewaringspositie”. De Bewaringspositie is in artikel 3 lid 2 van Reglement Verslagstaten als volgt omschreven:
, niet te zien waren.”
Dossier [nummer 14] betreft een langlopende zaak die geopend is in 2010. U heeft toegelicht dat bij dit dossier sprake was van een fiscaal dispuut dat pas op 17 november 2020 is afgewikkeld en toen ook is uitbetaald aan rechthebbenden. Tussen 3 augustus 2010 en 17 november 2020 hebben er, behoudens een rente-opboeking op 16 november 2020, geen financiële mutaties op het dossier plaatsgevonden.
Het dossier [nummer 14] heeft vanaf 31 december 2015 gediend om betalingen van[de boekhouder]
te verhullen en moest (blijkbaar) in 2020 worden afgesloten, waardoor het saldo naar rekening [nummer 3] moest worden overgeboekt. Er zijn in verschillende reviews door BFT, (inter-)collegiale toetsingen en accountant BDO geen vragen of aantekeningen over dit dossier aangetroffen.”
Op 30 juli 2021 wordt door [bedrijf 2] een bedrag ontvangen van € 555.545 van [bedrijf 3] ten behoeve van dossier [nummer 15] . Dit betreft een reguliere ontvangst voor een regulier dossier van [bedrijf 2] .
Die overboekingen konden plaats vinden doordat[de boekhouder]
de betalingen had klaargezet in het banksysteem en de betalingen (naar zijn zeggen) bij afwezigheid van beide notarissen op een vrijdag heeft laten autoriseren door een waarnemend-notaris.”
Op onze nota’s van afrekening staat niet alleen het bedrag dat door een cliënt moet worden afgedragen, maar ook het bedrag van onze salarissen en de betaling van overige kosten. Het was de accountant [naam] die ons vertelde dat we niet teveel moesten oppotten op de kwaliteitsrekening van [bedrijf 2] [plaats 1] - De [bedrijf 4] ., maar het zogenaamde surplus moesten overboeken naar de rekening van [bedrijf 1] . Wij bedoelen met “surplus” ons geld en nadrukkelijk niet geld van cliënten. Het was wel logisch dat er in eerste aanleg overboekingen plaatsvonden naar de kwaliteitsrekening van [bedrijf 1] en niet direct naar een bedrijfsrekening van ons. Wij konden dan in één oogopslag de bewaringspositie controleren, of die voldoende was.”
De mutaties van de laatste dagen van het oude jaar werden initieel op de reguliere wijze verwerkt in de financiële administratie. Ten tijde van de jaarafsluiting en het opmaken van de jaarrekening werden er door de boekhouder een aantal corrigerende boekingen in de financiële administratie gemaakt.
). Dit impliceert dat de corrigerende boekingen met datum 31 december 2020 en 1 januari 2021 pas na afloop van de financiële afhandeling van het dossier, derhalve ná 22 januari 2021, hebben plaatsgevonden.
Omdat de banksaldi per einde jaar en bij tussentijdse controles bekeken konden worden door de accountant, het BFT of bij een (inter-)collegiale toetsing, boekte[de boekhouder]
het saldo van rekening [nummer 3] naar openstaande dossiers. Dit betroffen dossiers, die eveneens in de berekening van de bewaringspositie werden meegenomen en daarom ook niet bij een controle opvielen. Die dossiers stonden in de balans geboekt onder ‘Boedels’ (rekening [nummer 16][hof: bedoeld zal zijn [nummer 6] ]
), ‘Kortlopende zaken’ (rekening [nummer 4] ) en ‘Waarborgsommen’ (rekening [nummer 5] ). Door zorgvuldige selectie van de dossiers en het gebruik van meerdere dossiers konden de opgenomen bedragen gemaskeerd blijven in de administratie.
gaf aan dat hij per einde jaar, of zo nodig ook tussentijds, dossiers selecteerde waar relatief weinig in was gebeurd. Doorgaans alleen een storting van geld. Hij kon dan tot het betreffende bedrag een deel van rekening [nummer 3] overboeken naar dit dossier. Hij selecteerde zo veel dossiers totdat het volledige bedrag van rekening [nummer 3] was weggeboekt. Wanneer er op een dossier door een medewerker uren waren geboekt, kwamen deze uren als kosten in het onderhandenwerk op de balans naar voren.
ervoor dat de uren in de betreffende dossiers waren afgeboekt dan wel werden overgeboekt naar andere dossiers.”
Hoe kon boekhouder jarenlang ongestoord graaien van rekening notaris? Tuchtrechter velt oordeel.” Op 4 december 2023 is een artikel verschenen in Advocatie met de kop “
Notarissen voor tuchtrechter nadat boekhouder ongestoord fraude pleegde” en op 5 december 2023 is daar ook een bericht over verschenen in Accountancy Vanmorgen. In deze artikelen zijn de notarissen en [bedrijf 1] bij naam genoemd.
4.De klacht
Er was sprake van fraude door de boekhouder. Wel acht het BFT de notarissen verantwoordelijk voor de negatieve bewaringspositie vanwege de door de boekhouder gepleegde onrechtmatige onttrekkingen, welke onttrekkingen immers mogelijk bleken in een organisatie met organisatierisico’s, waaronder een ontoereikende financiële organisatie. Daarmee hebben de notarissen hun verantwoordelijkheid voor de derdengelden middels een goede kantoororganisatie en een adequate administratieve organisatie en interne beheersingsmaatregelen onvoldoende vervuld.”
5.Beoordeling
Dat hieraan is voldaan moet blijken uit de administratievoering.” Volgens het BFT is van een voorafgaande berekening van de bewaringspositie echter niet gebleken. De berekeningsoverzichten konden niet door de notarissen worden overgelegd, ook niet achteraf.
Uitgangspunten proceskostenveroordeling in hoger beroep’ (te raadplegen op de website van dit hof). Nu het hoger beroep van het BFT leidt tot oplegging van dezelfde maatregel aan de notarissen, ziet het hof – overeenkomstig de uitgangspunten – af van een kostenveroordeling in hoger beroep; de door de kamer uitgesproken kostenveroordeling ten aanzien van de notarissen blijft in stand.