ECLI:NL:GHAMS:2025:802

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
23-003474-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en oplegging geldboete in drugszaken

Op 14 februari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 december 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 4 maart 2021 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een verbod zoals gesteld in artikel 2 onder B van de Opiumwet. De verdachte is geboren in 2001 en heeft een strafbeschikking ontvangen op 14 april 2021, die nu door het hof is vernietigd. Het hof heeft de eerder opgelegde geldboete van € 400,- vervangen door 8 dagen hechtenis, met de mogelijkheid om de geldboete in termijnen te betalen. De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van € 400,-, te betalen in 8 termijnen van € 50,- per maand. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, mr. S.K. van Eck.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-094715-21
parketnummer hoger beroep : 23-003474-22
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 14 februari 2025 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 december 2022 in de zaak tegen de verdachte:
naam :
[verdachte]
voornamen : [verdachte]
geboren : op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats]
adres : [adres] .

Kwalificatie van het bewezenverklaarde:

Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod,
gepleegd op 4 maart 2021 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 23, 24, 24a en 24c van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 14 april 2021 onder CJIB nummer [nummer] .
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Bepaalt dat het totaal van de
geldboetemag worden voldaan in
8 (acht) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 50,00 (vijftig euro).
Gewezen door mr. D.A.C. Koster, in bijzijn van mr. S.K. van Eck, griffier.
mr. D.A.C. Koster