ECLI:NL:GHAMS:2025:885

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
23-003314-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging doodslag en poging zware mishandeling door inrijden met een personenauto op twee personen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 december 2021. De verdachte is beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling door met een personenauto op twee voetgangers in te rijden. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf, die wordt aangepast. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 3 jaar. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 680 dagen geëist, waarvan 360 dagen voorwaardelijk. Het hof legt uiteindelijk een gevangenisstraf van 12 maanden op, met aftrek van het voorarrest, en bevestigt de ontzegging van de rijbevoegdheid. De verdachte heeft na een woordenwisseling met opzet op twee voetgangers ingereden, wat ernstige gevolgen heeft gehad voor de slachtoffers. Het hof weegt de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar mee in de strafmaat. De verdachte heeft een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en heeft gevoelens van onveiligheid in de samenleving veroorzaakt. Het hof heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar oordeelt dat deze niet voldoende zijn om een lichtere straf op te leggen. De redelijke termijn van de procedure is overschreden, wat leidt tot een verkorting van de gevangenisstraf met 2 maanden. Het hof bevestigt de overige beslissingen van de rechtbank.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003314-21
datum uitspraak: 3 april 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 december 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-139968-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 maart 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof:
  • de opmerking die in bijlage 2 van het vonnis onder bewijsmiddel 5 is gemaakt over de fotobijlage opvat als een eigen waarneming van de rechtbank, en deze als apart bewijsmiddel gebruikt voor het bewijs;
  • bewijsmiddel 6, dat in bijlage 2 van het vonnis is opgenomen, opvat als twee bewijsmiddelen, te onderscheiden in enerzijds de Medische indicatie aanvraag geneeskundige aan huisarts
  • bewijsmiddel 7, dat in bijlage 2 van het vonnis is opgenomen, verbeterd leest, in die zin dat het de

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 primair en 2 primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor 3 jaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 680 dagen met aftrek van het voorarrest, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor 18 maanden.
De raadsvrouw heeft verzocht, indien het hof tot een bewezenverklaring komt, bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn, en hooguit een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte is met een personenauto na een woordenwisseling op twee voetgangers ingereden. Eerst reed de verdachte hard achteruit in de richting van het ene slachtoffer, dat nog net op tijd kon wegspringen en kon voorkomen dat hij werd aangereden. Het tweede slachtoffer stond op dat moment voor de auto. De verdachte reed vervolgens met hoge snelheid en met volle opzet vooruit, waardoor hij het tweede slachtoffer schepte. Dit slachtoffer belandde op de motorkap en is daarna op de grond voor de auto terechtgekomen. De verdachte reed toen wederom vooruit. Het slachtoffer kon zijn lichaam nog net wegdraaien, maar kon niet voorkomen dat de verdachte met de linker wielen van de auto over zijn onderbenen reed en hem verwondde. Dat het tweede slachtoffer geen ernstiger letsel heeft opgelopen of zelfs is overleden en dat het eerste slachtoffer niet gewond is geraakt, is een gelukkige omstandigheid die in het geheel niet aan de verdachte is te danken, maar vooral het gevolg is van snel reageren door de slachtoffers. Het buitensporig agressieve rijgedrag heeft een enorme impact op beide slachtoffers gehad. De verdachte heeft een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en aan één van hen pijn en letsel toegebracht. Doordat dit geweld heeft plaatsgevonden in het verkeer op de openbare weg, heeft de verdachte ook een ernstige inbreuk gemaakt op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid veroorzaakt in de samenleving.
Uit de voorgelezen slachtofferverklaringen in eerste aanleg en in hoger beroep blijkt dat een van de slachtoffers tot op de dag van vandaag gevolgen ondervindt van wat er op 29 mei 2021 is gebeurd. Hij omschrijft dat het bewezenverklaarde zowel fysiek als mentaal veel met hem heeft gedaan. Door de aanrijding zal hij met stijve beenspieren en voeten moeten leven. Ook was hij, met name in verkeerssituaties, nog lange tijd heel angstig. Bij hem is een posttraumatische stressstoornis vastgesteld en hij geeft aan dat zijn levensvreugde, energie en geluk ernstig zijn aangetast. Het hof rekent dit verdachte aan.
De ernst van de feiten en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers brengen mee dat met geen andere straf kan worden volstaan dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Het hof heeft daarbij vanzelfsprekend ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die ter terechtzitting naar voren zijn gebracht en blijken uit de rapportages die zich in het dossier bevinden, maar deze maken het oordeel van het hof niet anders.
Het hof acht, alles afwegende, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
14 maanden met aftrek van het voorarrest passend en geboden. Anders dan de rechtbank zal het hof niet een gedeelte daarvan in voorwaardelijke vorm opleggen, nu het hof daarvoor geen redenen ziet gelet op het tijdsverloop sinds het incident. Daar komt bij dat een reclasseringstoezicht ook niet door de reclassering is geadviseerd.
Het hof heeft wel acht geslagen op de omstandigheid dat in deze zaak in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden. De verdachte heeft op 14 december 2021 hoger beroep ingesteld, terwijl het hof op 3 april 2025 arrest wijst. Dit is een overschrijding van de redelijke termijn van ruim een jaar. Hierin ziet het hof reden om de duur van de gevangenisstraf met 2 maanden te verkorten, zodat een gevangenisstraf van 12 maanden met aftrek van het voorarrest wordt opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Ten overvloede merkt het hof op dat het vonnis enkel is vernietigd ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf. De beslissing en de overweging van de rechtbank ten aanzien van de opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid blijven dus in stand.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57, 287 en 302 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. D.A.C. Koster en mr. B. van der Werf, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
3 april 2025.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]