In deze zaak heeft [certificaathouder 1] op 28 maart 2024 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek omvatte een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen Holdifima en Immo, met als doel een onafhankelijk bestuurder te benoemen en de kosten van de procedure te verhalen op de betrokken vennootschappen. Holdifima c.s. hebben op 16 mei 2024 verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van de verzoeken van [certificaathouder 1]. Tijdens de zitting op 6 juni 2024 hebben partijen hun standpunten toegelicht en is er een mediator voorgesteld om een mediationtraject te starten. Uiteindelijk hebben partijen aan de Ondernemingskamer laten weten dat zij een schikking hebben bereikt en hebben zij verzocht om beëindiging van de procedure. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat er geen belang meer bestaat bij de beoordeling van het verzoek, waardoor [certificaathouder 1] niet-ontvankelijk is verklaard in haar verzoek. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, gezien de getroffen schikking.