ECLI:NL:GHAMS:2025:925

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
8 april 2025
Zaaknummer
200.339.407/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging procedure wegens bereiken minnelijke regeling in ondernemingsrechtelijke zaak

In deze zaak heeft [certificaathouder 1] op 28 maart 2024 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Het verzoek omvatte een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschappen Holdifima en Immo, met als doel een onafhankelijk bestuurder te benoemen en de kosten van de procedure te verhalen op de betrokken vennootschappen. Holdifima c.s. hebben op 16 mei 2024 verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van de verzoeken van [certificaathouder 1]. Tijdens de zitting op 6 juni 2024 hebben partijen hun standpunten toegelicht en is er een mediator voorgesteld om een mediationtraject te starten. Uiteindelijk hebben partijen aan de Ondernemingskamer laten weten dat zij een schikking hebben bereikt en hebben zij verzocht om beëindiging van de procedure. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat er geen belang meer bestaat bij de beoordeling van het verzoek, waardoor [certificaathouder 1] niet-ontvankelijk is verklaard in haar verzoek. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, gezien de getroffen schikking.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.339.407/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 8 april 2025
inzake
[certificaathouder 1] ,
wonende te [plaats] ,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. S.V. Stephenson, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap
N.V. HOLDIFIMA,
gevestigd te Roosendaal,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMMO HELIODOR B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTERS,
advocaat:
mr. S. Tilman, kantoorhoudende te Breda,
e n t e g e n
1. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR HOLDIFIMA,
gevestigd te Roosendaal,

2. [certificaathouder 2] ,

3. [bestuurder 2] ,

beiden wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. S. Tilman, kantoorhoudende te Breda,
e n t e g e n

4 [certificaathouder 3] ,

wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDE,
niet bij advocaat verschenen.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als [certificaathouder 1] ;
  • verweersters als Holdifima en Immo;
  • verweersters en belanghebbenden gezamenlijk als Holdifima c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
[certificaathouder 1] heeft bij verzoekschrift van 28 maart 2024 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Holdifima en Immo over de periode vanaf 27 juni 2005;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure een onafhankelijk bestuurder te benoemen bij zowel Holdifima als Immo met beslissende stem, althans een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
Holdifima en Immo ieder (hoofdelijk) te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Holdifima c.s. hebben bij verweerschrift van 16 mei 2024 de Ondernemingskamer verzocht de verzoeken van [certificaathouder 1] af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Op 30 mei 2024 hebben Holdifima c.s. de aanvullende producties 28 t/m 34 ingediend.
1.4
Bij aanvullend verzoekschrift van 30 mei 2024, tevens houdende akte overlegging aanvullende producties met producties 110 t/m 113 heeft [certificaathouder 1] verzocht om uitbreiding van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Holdifima en Immo. Bij aanvullend verzoekschrift van 3 juni 2024, tevens houdende akte overlegging aanvullende producties met producties 114 en 115, heeft [certificaathouder 1] opnieuw verzocht om uitbreiding van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Holdifima en Immo.
1.5
De verzoeken zijn behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 6 juni 2024. Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling hun standpunten nader toegelicht en vragen van de Ondernemingskamer beantwoord. Daarna zijn partijen overeengekomen de procedure aan te houden en de Ondernemingskamer te verzoeken een mediator voor te dragen, die een mediationtraject met partijen zal opstarten. De Ondernemingskamer heeft daarop een mediator aan partijen voorgesteld.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Partijen hebben inmiddels aan de Ondernemingskamer laten weten dat zij een schikking hebben bereikt. Zij hebben eenstemmig om beëindiging van de procedure verzocht. Bij deze stand van zaken bestaat geen belang meer bij beoordeling van en beslissing op het verzoek, zodat [certificaathouder 1] niet-ontvankelijk is in haar verzoek.
2.2
Gelet op de inhoud van de getroffen schikking is er geen aanleiding om een proceskostenveroordeling uit te spreken.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart [certificaathouder 1] niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.M. Vaessen, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en prof. dr. mr. S. ten Have en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. J.K.G. Meijer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 april 2025.