ECLI:NL:GHAMS:2025:931

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
23-002398-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep van diefstal met geweld door jeugdige verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 9 oktober 2024 was gewezen. De zaak betreft een jeugdige verdachte, geboren in 2007, die beschuldigd werd van diefstal in vereniging met geweld. De tenlastelegging omvatte verschillende gewelddadige handelingen tegen een slachtoffer, waaronder het afpakken van een telefoon en het tonen van een voorwerp dat leek op een vuurwapen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van het slachtoffer waren inconsistent, en de verdachte had verklaard dat hij vooral had willen helpen. Het hof heeft daarom het vonnis van de kinderrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de voorzitter niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002398-24
datum uitspraak: 20 maart 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 oktober 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-143786-24 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2007,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 20 maart 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 april 2024 te Haarlem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon en/of schoenen en/of AirPods, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de telefoon van die [slachtoffer] af te pakken en/of
- die [slachtoffer] vast te pakken en/of in haar armen te knijpen en/of tegen te houden en/of
- een arm om de nek van die [slachtoffer] te doen en/of een wurggreep/nekklem aan te brengen en/of
- die [slachtoffer] op de bank te zetten en/of op die [slachtoffer] te gaan zitten en/of
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aan die [slachtoffer] te tonen en/of tegen het hoofd van die [slachtoffer] aan te zetten en daarbij te zeggen 'je moet je spullen geven' en/of
- de schoenen van die [slachtoffer] uit te trekken/af te pakken en/of
- de AirPods uit de jas van die [slachtoffer] te halen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof, anders dan de kinderrechter, tot vrijspraak van het ten laste gelegde komt.
Het hof heeft in hoger beroep niet meer te oordelen over de vordering van de benadeelde partij. De kinderrechter heeft de vordering voor een deel afgewezen en voor het overige de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. Het hof kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het ten laste gelegde. Het slachtoffer heeft wisselende verklaringen afgelegd en bij de raadsheer commissaris de lezing van de verdachte dat hij haar vooral heeft willen helpen bevestigd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C.P.E.M. Fonteijn-van der Meulen, mr. D. Radder en mr. R. van der Heijden, in tegenwoordigheid van mr. I.A. de Bruijne, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 maart 2025.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.