Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Stichting Pactum Jeugd- en Opvoedhulp,
advocaat: mr. C.M. Hermesdorf.
1.Het geding in eerste aanleg
19 februari 2013 dat de kantonrechter (rechtbank Oost-Nederland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Harderwijk) tussen [appellant] als eiser en Pactum als gedaagde heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
”(…)
Naar aanleiding van een melding wegens grensoverschrijdend gedrag uwerzijds richting collega's binnen het team waarin u werkzaam bent, is door Pactum een nader onderzoek ingesteld. (…) In het kader van het onderzoek zijn u en de direct betrokken collega's nader gehoord. (…)Naar aanleiding van dit onderzoek (…) concludeert Pactum het navolgende:- U heeft zich op vrijdagavond 23 november 2012 ten opzichte van meerdere collega's grensoverschrijdend gedragen, bestaande uit seksueel getinte aandacht op verbale en non-verbale wijze (zoals ongepaste, seksueel getinte opmerkingen en vragen, het op een bepaalde manier kijken) en lichamelijk gedrag (zoals nootjes in de decolleté gooien, hand op been leggen, arm achterlangs een collega leggen, foto's blijven nemen) richting vrouwelijke collega's/stagiaires, die dat gedrag als ongewenst en onplezierig hebben ervaren.- Hoewel u door meerdere collega's bent aangesproken op uw grensoverschrijdende gedrag, heeft u hierop niet gereageerd, althans heeft dat niet geleid tot een wijziging van uw gedrag.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
23 november 2012 tot 19 februari 2013 en is de vordering tot tewerkstelling thans niet meer aan de orde. Op de overige vorderingen zal het hof separaat ingaan.
Onverwijld4.3 [appellant] heeft zich met (de toelichting op) grief 8 op het standpunt gesteld dat het ontslag niet onverwijld gegeven is. Hij heeft erop gewezen dat de gestelde gedragingen al op 23 november 2012 hebben plaatsgevonden, dat reeds op 25 november 2012 een leidinggevende van Pactum op de hoogte is gesteld over zijn vermeend grensoverschrijdende gedrag, dat hij pas op 29 november 2012 is geschorst, dat op 4 december 2012 een vijftal gesprekken heeft plaatsgevonden met betrokken collega's, dat pas op 11 december 2012 een gesprek met hem heeft plaatsgevonden, waarna hij op 13 december 2012 op staande voet is ontslagen.
Pactum heeft zich op het standpunt gesteld dat zij voldoende voortvarend heeft gehandeld. De non-actiefstelling met een termijn van twee weken is gekozen in verband met het feit dat zij de werknemer conform cao voor een periode van ten hoogste twee weken op non-actief kan stellen. Voorts heeft onderzoek plaatsgevonden waarbij juridisch advies is ingewonnen en de betrokken collega’s op 4 en 6 december 2012 zijn gehoord. Van deze gesprekken zijn verslagen gemaakt en de collega's hebben gelegenheid gekregen deze aan te passen en/of te corrigeren en te ondertekenen, hetgeen geschiedde in de periode van 9-10 december 2012. Vervolgens is [appellant] op 11 december 2012 gehoord en op 13 december 2012 op staande voet ontslagen.
voelt zich onveilig, niet fijn en het maakt haar onrustig op haar stageplaats. Wat moet ik ermee en hoe kom ik er van af. Ze heeft verschillende gesprekken gevoerd met [V] (stagebegeleider van [E]). In eerste instantie kon [E] de gebeurtenissen van vrijdagavond nog aardig parkeren maar na de (privé whatsapp) berichten van zondag kwam het gevoel van vrijdag weer helemaal boven. Vooral de geheimhouding waar [appellant]([appellant], hof)
het in zijn berichten over heeft, baren [E] zorgen. Hij is immers in de 40 en zij maar 19 jaar oud. Zij vindt zijn gedrag niet normaal en voelt zich er niet prettig bij. Bij terugkomst op dinsdag 27 november op haar stageplaats, had [E] een ander gevoel bij [appellant]. Ze had duidelijk het gevoel dat [appellant] iets van haar wilde, hij keek haar anders aan en gaf haar een onprettig gevoel. Zij heeft hierdoor niet zelf gedurfd om (…) [appellant] nog aan te spreken op zijn gedrag, wel heeft ze de gebeurtenissen besproken met een andere stagiaire, stagebegeleider en een collega op haar werkplek.” Het hof is voorts van oordeel dat [appellant] miskent dat de betrokken stagiaire zich, gelet op haar leeftijd en haar positie binnen Pactum, door de whatsapp berichten van [appellant] onder druk gezet voelde zoals blijkt uit haar geciteerde verklaring.
18 maart 2011 en zijn gedrag tijdens het teamuitje in de zomer van 2012, waarbij wordt verwezen naar verklaringen van een collega.