ECLI:NL:GHARL:2013:4324
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.P.M. van den Dungen
- M.F.J.N. van Osch
- A.A. van Rossum
- Rechtspraak.nl
De wijziging van passende arbeid naar bedongen arbeid in het arbeidsrecht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een geschil tussen de besloten vennootschap [A] B.V. en haar werknemer [B]. [B] was sinds 12 augustus 2002 in dienst bij [A] als senior verkoopmedewerker en was op 28 september 2006 uitgevallen wegens gezondheidsklachten. Na een arbeidsdeskundig onderzoek in 2008 werd geconcludeerd dat [B] met aanpassingen in haar werkzaamheden weer in staat was om haar functie te vervullen. Vanaf 17 december 2008 heeft [B] op basis van deze aanpassingen gewerkt, maar na een periode van ziekte meldde [A] in 2010 dat zij de loondoorbetaling zou stopzetten, omdat er volgens haar geen sprake was van nieuw bedongen arbeid.
In eerste aanleg vorderde [A] een verklaring voor recht dat zij geen loondoorbetalingsplicht had, terwijl [B] in reconventie een bedrag vorderde voor ingehouden vakantie-uren. De rechtbank wees de vordering van [A] af en oordeelde dat de gewijzigde arbeid de bedongen arbeid was geworden, wat leidde tot een loondoorbetalingsplicht.
In hoger beroep kwam [A] op tegen dit oordeel en voerde aan dat de werkzaamheden van [B] slechts tijdelijk waren en dat er geen sprake was van een wijziging van de arbeidsovereenkomst. Het hof oordeelde echter dat de door [B] verrichte passende arbeid de bedongen arbeid was geworden, omdat zij gedurende een aanzienlijke periode deze werkzaamheden had verricht en er geen expliciete wijziging van de overeenkomst was vereist. Het hof bekrachtigde de beslissing van de rechtbank in conventie en vernietigde deze in reconventie, waarbij het de vordering van [B] tot het bijschrijven van vakantie-uren afwees.
De uitspraak benadrukt het belang van de feitelijke uitvoering van arbeid en het vertrouwen dat werknemers kunnen hebben in de continuïteit van hun arbeidsovereenkomst, zelfs als er aanpassingen plaatsvinden. Het hof concludeerde dat [B] recht had op loondoorbetaling gedurende haar arbeidsongeschiktheid, omdat de passende arbeid de bedongen arbeid was geworden.