In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, van 5 maart 2013. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en verblijvende in [kliniek], met twee jaar verlengd. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van verschillende stukken, waaronder het verlengingsadvies van de kliniek en het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg. Tijdens de zitting op 27 juni 2013 zijn de raadsvrouw mr. M. Hoekzema en de advocaat-generaal mr. G.J. de Haas gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische en borderline kenmerken, en dat er sprake is van een hoog recidiverisico. De terbeschikkinggestelde heeft geen ziekte-inzicht en is het niet eens met zijn plaatsing. De kliniek adviseert om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de aanhoudende problematiek en het recidivegevaar.
De raadsvrouw heeft verzocht om een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar vereisen. De beslissing van de rechtbank is vernietigd omdat deze niet binnen de wettelijke termijn van veertien dagen is genomen, zoals voorgeschreven in het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd.