Uitspraak
[appellante],
Jeugdhulp,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
bij arrest uitvoerbaar bij voorraad het tussen partijen op 21 juni 2011 door de Rechtbank Leeuwarden (sector kanton, locatie Leeuwarden) gewezen vonnis vernietigt en alsnog rechtdoend
2.De wijziging van eis zijdens [appellante]
3.De vaststaande feiten
[X]in [plaats].
[Y], ook in [plaats], waarvoor zij is aangenomen. Op 17 maart 2008 is [appellante] daar gestart voor 28,8 uur per week, dat gelijk staat aan 80%.
4.De beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grief Iklaagt [appellante] erover dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat het in deze procedure gaat om welke toezeggingen Jeugdzorg in de persoon van
mw. [A] aan [appellante] heeft gedaan. Volgens [appellante] is er niet sprake van toezeggingen maar van een geldige overeenkomst.
grief IIbestrijdt [appellante] dat zij met haar studie is begonnen voordat de afspraken met [A] zijn gemaakt. Ook deze grief is ten onrechte voorgedragen. Behalve dat [appellante] in haar e-mail van 8 oktober 2009 - hiervoor onder 3.6 geciteerd waarnaar ook de kantonrechter heeft verwezen - heeft gerefereerd aan "dit voorjaar gemaakte afspraken" hetgeen wijst op afspraken uit voorjaar 2009, heeft Jeugdzorg ook haar sollictatiebrief overgelegd voor werkzaamheden bij [Y] van 12 februari 2008 waarin zij schrijft: "In februari ben ik gestart met de studie SPH, ik ben ingestroomd in het verkorte traject wat drie jaar duurt. Ik ben op zoek naar een nieuwe uitdaging waarin ik mezelf goed kan ontwikkelen."
III, IV en Vkomt [appellante] met een in appel nieuwe onderbouwing van haar vordering. Zij stelt thans dat de met [A] gemaakte afspraak inhield dat zij 80% zou gaan werken - hetgeen een teruggang in uren inhield van (34,2 - 28,8 uur =) 5,4 uur per week, dat zij die 5,4 uur (en niet 8 acht uur per week) voor studie zou benutten, maar dat zij daarvoor, alleen op papier, 5,4 uren extra zou gaan werken die dan wel werden uitbetaald. Toen Jeugdhulp met ingang van 1 oktober 2009 deze niet gewerkte uren niet langer wilde uitbetalen is [appellante] deze extra 5,4 uur feitelijk wel gaan werken. Ondanks dat heeft zij toch in februari 2011 haar opleiding behaald. Zij stelt thans dat zij feitelijk 17 maanden lang 5,4 uur per week "te veel" heeft gewerkt en vordert daarvoor betaling tegen haar thans gebruikelijke uurloon.
grief VIvoert zij aan dat de kantonrechter ten onrechte heeft overwogen dat de door haar gestelde afspraak in strijd is met de CAO.
Grief VII, die er van uitgaat dat Jeugdzorg hoe dan ook gebonden was aan de afspraken die [A] had gemaakt, treft geen doel.